Wassen van bodemas

1.1. Inleiding

Bij het wassen wordt met behulp van water, met of zonder additieven, een deel van de verontreinigingen (metalen en zouten) uit de bodemas verwijderd. De wasstap kan ingevoerd worden in het proces zelf (procesgeïntegreerd wassen). De wasstap kan tevens na het verbrandingsproces uitgevoerd worden.

1.2. Werkingsprincipe

Bij het procesgeïntegreerd wassen wordt extra water aan de ontslakker toegevoegd (verhouding vloeistof/vaste stof 0,35 l/kg). Het water kan toegevoegd worden in het waterbad van de ontslakker, of bij het verlaten van de ontslakker (een soort naspoeling van de bodemas). Het waswater wordt afgevoerd en gereinigd. Water wordt aan het waterbad toegevoegd ter compensatie van de hoeveelheid water die verdampt of door de bodemas wordt opgenomen. Bijgevolg is de capaciteit om zouten en andere verontreinigingen te verwijderen zeer gering. Om de bodemas te wassen wordt extra water aan het waterbad van de ontslakker toegevoegd. Het extra spoelen (wassen) van de bodemas bij het uitdragen uit de ontslakker biedt betere resultaten dan het extra water in het waterbad van de ontslakker. Over het algemeen kunnen volgende effecten verwacht worden van wassen (Nielsen et al., 2008):

  • een afname in de uitloogbaarheid van zouten en zware metalen;
  • voor het verwijderen van sulfaat zijn hoge verhoudingen vloeistof/vaste stof noodzakelijk;
  • de verhouding vloeistof/vaste stof in relatie tot het rendement kan sterk variëren;
  • de toevoeging van additieven aan het waswater kan het resultaat positief beïnvloeden. De effecten variëren echter sterk tussen verschillende projecten.

De wasstap kan tevens na het verbrandingsproces uitgevoerd worden. Hierbij worden gestockeerde assen in de bodemasopslagplaats gedurende enkele weken besproeid met water (verhouding vloeistof/vaste stof: 0,5 tot 1 l/kg). Het eluaat (sproeiwater met verontreinigingen) wordt afzonderlijk opgevangen. Het proces van wassen in de bodemopslagplaats kan worden gecontroleerd door metingen aan het opgevangen eluaat. Bij deze manier van wassen vormt kanaalvorming in de opgeslagen bodemas een reëel risico. Hierdoor kan het effect van het wassen beperkt blijven. Besproeien van de bodemasopslaghopen kan indien er voldoende tijd en opslagruimte is in bestaande en nieuwe droge behandelingsinstallaties toegepast worden.

De uitloging van metalen wordt verminderd ten gevolge van het wassen. Hierdoor kan een herbruikbaar bodemasgranulaat geproduceerd worden. Ook de uitloging van oplosbare zouten, voornamelijk chloriden en sulfaten, wordt verbeterd. Tot 50% van de chloriden kunnen op deze manier verwijderd worden (EIPPCB, 2005).

Het waswater moet afgevoerd en gereinigd worden.

Bij proces-geïntegreerd wassen komt tevens slib vrij dat meestal moet worden gestort. Het proces is, afgezien van de hoeveelheid water en de positie van toevoeging (in of na de ontslakker) moeilijk te sturen. Naast het wassen heeft het besproeien van de bodemas in de voorraadhopen ook het voordeel dat het stofvorming tegengaat. De verwerking van het eluaat (en slib) moet worden opgelost. Er dient behandelingscapaciteit te zijn voor het extra waswater. In vergelijking tot het water dat gebruikt wordt bij het besproeien van de opslaghopen bij natuurlijk verouderen gaat het hier om aanzienlijke hoeveelheden water.

De kosten voor het besproeien van de voorraadhoop liggen rond 5 tot 10 €/ton (Nielsen et al., 2008).

  • EIPPCB, 2005. Best Available Techniques Reference Document on Waste Incineration. European IPPC Bureau.
  • EIPPCB, 2006. Best Available Techniques Reference Document on Waste Treatments Industries. European IPPC Bureau.
  • Nielsen, P., Kenis, C., Vanassche, S., Vrancken, K. 2008. BBT voor behandeling van bodemas voor huisvuilverbranding. Gent, Academia Press, 2008, xii + 119 pp.