Materiaalrecyclage: Kunststof

1.1.Inleiding

Soorten kunststoffen

De origine van kunststoffen is terug te vinden in de natuur (hout, katoen en latex). De bestanddelen die uit planten werden onttrokken, vormden de kunstmatige kunststoffen. Op heden is het de synthese van materie van anorganische oorsprong die de brede meerderheid vormt van wat men de synthetische kunststoffen noemt (Coberec, s.d.). Polymeren zijn de meest toegepaste kunststoffen in gebruiksgoederen. Ze worden gevormd door monomeren zoals styreen, ethyleen, propyleen, … te laten reageren.

Een volledig overzicht van de soorten kunststoffen en additieven kunnen geraadpleegd worden in de BBT-studie voor kunststofverwerking (p. 59 en verder) (Jacobs et al., 2006).

Polymeren kunnen ingedeeld worden o.b.v. hun synthesereactie (bv. condensatie en additie/eliminatie bij polymeren), o.b.v. eigenschappen (bv. thermoplast, thermoharder, elastomeer), en o.b.v. de herkomst (natuurlijk of biologisch versus synthetisch).

Naast synthetische zijn er ook nog biologische, en biologisch afbreekbare kunststoffen te onderscheiden. Deze laatste groep kunnen zowel een synthetische als biologische oorsprong hebben.

Figuur 1: Classificatieschema van polymeren met toepassingsmogelijkheden (gebaseerd op Coberec, s.d.)

Er zijn, op basis van hun eigenschappen, drie grote ‘groepen’ polymeren te onderscheiden (Jacobs et al., 2006):

Thermoplasten

Thermoplasten zijn kunststoffen die gekenmerkt worden door de fysische eigenschap dat ze bij verwarming boven een bepaalde temperatuur op reversibele wijze verwerkings- en smeltverschijnselen vertonen. De thermoplasten kunnen onderverdeeld worden in twee grote categorieën: de amorfe en de (semi)kristallijne. Amorfe thermoplasten worden gekarakteriseerd door een glasovergangstemperatuur. Vanaf deze temperatuur en erboven neemt de vormstabiliteit snel af en vertoont het polymeer vloeistofachtige eigenschappen. Amorfe thermoplasten worden meestal verwerkt boven deze glasovergangstemperatuur. Semikristallijne thermoplasten kunnen verschillende kristalliniteitsgraden hebben gaande van 50% tot 95%. Ze worden meestal verwerkt boven het smeltpunt van de kristallijne fase.” (Jacobs et al., 2006)

Voor de thermoplasten is de vormgeving reversibel, wat betekent dat de thermoplastische voorwerpen bij verwarming opnieuw plastisch gemaakt kunnen worden en dus in principe opnieuw verwerkt kunnen worden. Bij koelen nemen ze in een nieuwe vorm aan. Dit is mogelijk indien de thermoplasten onvervuild en onderling van elkaar gescheiden (naar soort kunststof, soort kleur, soort additieven, enz.) ingezameld worden.” (Jacobs et al., 2006)

De, volgens Jacobs et al. (2006), meest gebruikte thermoplasten zijn:

  • PE: polyetheen (LDPE lage densiteit PE, HDPE hoge densiteit PE)
  • PP: polypropyleen
  • PS: polystyreen
  • PVC: polyvinylchloride
  • PET: polyethyleentereftalaat
  • ABS acrylonitril-butadieen-styreen
  • PA: polyamides
  • PC polycarbonaat.

Het grootste deel van de verwerkte kunststoffen zijn thermoplasten. De grondstoffen voor thermoplasten worden meestal in korrelvorm (granulaten, pellets) of in poedervorm aangeleverd. Aan de grondstof is in de meeste gevallen door de producent reeds een aantal hulpstoffen/additieven toegevoegd. Ook gekleurde thermoplasten zijn beschikbaar, maar om praktische en economische redenen wordt de voorkeur gegeven aan het toevoegen van kleurconcentraten aan een ongekleurde kunststof. Dit zijn masterbatchen die de kleur van het product bepalen.” (Jacobs et al., 2006).

Thermoharders

Thermoharders zijn, in tegenstelling tot de thermoplasten, niet reversibel. De oorzaak hiervan ligt bij het feit dat de polymeerketens vernet zijn. De vormgeving die ze aanvankelijk meegekregen hebben, is niet omkeerbaar. Hierdoor zijn de recyclagemogelijkheden van de thermoharders beperkter (Jacobs et al., 2006).

Voorbeelden: Polyurethaan (PUR), Alkydharsen, Fenolformaldehyde (PF), Diallylftalaat (DAP), Melamineformaldehyde (MF), Polyesterharsen, Ureumformaldehyde (UF)

Elastomeren[1]

Elastomeren zijn de kunststofrubbers die onder andere te vinden zijn in elastiekjes. De naam is een samentrekking van ‘elastische polymeren’. Elastomeren zijn erg soepel en keren na uitrekking weer in hun oorspronkelijke vorm terug, tenzij de belasting de kritische grenzen heeft overschreden. In dat geval kan er een permanente vervorming van het elastomeer plaatsvinden, ‘kruip’ genaamd.

Voorbeelden: EPDM-rubber, Epichloorhydrinerubber (ECO), Isopreenrubber (IR), Neopreen (polychloropreen), Isopreen-butylrubber (IIR),…

De voormelde groepen polymeren kunnen zowel een natuurlijke als synthetische herkomst hebben. Ze kunnen versterkt worden door inbedding van bepaalde materialen. Traditioneel wordt voornamelijk glasvezel ingebed, maar afhankelijk van de vereiste materiaaleigenschappen en de te versterken kunststof, worden ook andere materialen zoals Kevlar, Twaron, Dyneema en grafeen ingebed (Ikink, 2014). Versterkte kunststoffen zijn gekend onder de noemer ‘composieten’.

Een indeling van de kunststoffen kan ook op basis van hun herkomst:

Biologische of natuurlijke kunststoffen

Dit zijn kunststoffen die gemaakt zijn van hernieuwbare grondstoffen zoals zetmeel, glucose, plantaardige oliën en cellulose. Deze kunststoffen zijn niet per definitie biologisch afbreekbaar. Hernieuwbare grondstoffen worden uit verschillende landbouwproducten gehaald en omgevormd tot polysachariden. Het kunststof is gevoelig voor vocht maar wordt veel gebruikt als verpakkingsmateriaal. Doorlaatbaarheid voor zuurstof is zeer laag. Door verschillende hoeveelheden flexibiliserende stoffen en weekmakers zoals glycerol en sorbitol toe te voegen veranderen de eigenschappen (Vissers & van Oorschot, 2011). De meeste natuurlijke polymeren zijn condensatiepolymeren, maar natuurlijk rubber (uit de rubberboom) is een additiepolymeer. Eiwitten als natuurlijke polymeren (‘biopolymeren’) kunnen zowel als thermoplast, thermoharder als elastomeer voorkomen.

Synthetische kunststoffen

Dit zijn in algemene zin alle chemische verbindingen die door niet-natuurlijke scheikundige processen worden gemaakt. Doorgaans bedoelt men met de term ‘kunststof’ (onterecht) hetzelfde als plastic[2], een organische polymeer. Onder de noemer ‘kunststoffen’ vallen echter meer dan alleen de organische polymeren.

De grondstoffen die dienen om synthetische kunststoffen te vervaardigen, komen uit de petrochemie. Verbindingen uit koolwaterstoffen (verkregen onder de vorm van ruwe aardolie, aardgas…) worden onder invloed van warmte omgezet in monomeren (styreen, ethyleen, propyleen,…). Deze monomeren worden op hun beurt door chemische procedés omgezet in polymeren. Elk polymeer heeft een eigen moleculaire structuur met dan ook specifieke eigenschappen en kenmerken (Coberec, s.d.)

Biologisch afbreekbare kunststoffen

Dit zijn kunststoffen die zowel gemaakt kunnen zijn van hernieuwbare grondstoffen als van fossiele grondstoffen. Biologisch afbreekbare kunststoffen kunnen wel biologisch afgebroken worden door middel van micro-organismen of ze kunnen gecomposteerd worden (Vissers & van Oorschot, 2011).

Verwerkingsmogelijkheden

Onder kunststofrecyclage wordt hier elke terugwinningsoperatie begrepen waarin polymere afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen voor hun oorspronkelijke of andere doeleinden. De term 'materiaalrecyclage' wordt in de Europese Richtlijn 2008/98/EG gebruikt om de recyclage van verschillende materialen (metalen, papier, glas, plastics, …) te onderscheiden van niet-recyclageactiviteiten, zoals energie(terug)winning en storten (EuPR[3], 2012).

Figuur 1 toont de mogelijke manieren voor materiaalrecyclage van kunststoffen:

  • mechanische recyclage; en
  • grondstofrecyclage.

Figuur 2: Mogelijke valorisatiepistes voor kunststofafval (Federplast, s.d.)

Mechanische recyclage is eerder geschikt voor monostromen. Grondstofrecyclage (‘feedstock recycling’) is, net als energieterugwinning, eerder geschikt voor meng- en gecontamineerde stromen, en complexe materialen (Schanssema, 2007).

Enkele voorbeelden van afvalstromen waar kunststofafval uit voortkomt

Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

In AEEA kunnen zowel thermoplasten, thermoharders, elastomeren als composieten verwerkt zijn. Kunststoffen vertegenwoordigen circa 15% van de totale AEEA-afvalfractie (Goodship & Stevels, 2012).

PV-panelen

PV-panelen zijn ook een vorm van AEEA en bevatten, zoals weergegeven in Figuur 3, kunststoffen voor verbindingen, draden, frames of laminaten. Dit kunnen bijvoorbeeld een polyvinylchloride-film als achterplaat of een inkapselmiddel voor het paneel zoals ethyleenvinylacetaat zijn (Homepower, 2012).

Figuur 3: Anatomie van een silicium PV-paneel

Afgedankte voertuigen

De kunststoffen worden teruggewonnen via post-shreddertechnieken. Zo werd volgens Febelauto 37.885 kg kunststofafval, verkregen na de voorbehandeling (depollutie en ontmanteling), opnieuw ingezet in een nuttige toepassing (Febelauto, 2013).

Bouw- en sloopafval 

Kunststofafval bevindt zich in de niet-steenachtige fractie (ca. 5 % als gewichtspercentage van bouw- en sloopafval). Het kunststofafval is in deze fractie dikwijls vermengd met andere fracties zoals houtafval, oude metalen, papier en karton, gipsafval, glas, cellenbeton, bitumineuze materialen zoals dakbedekkingen, isolatie e.d.

Daarnaast wordt kunststofafval in de bouwsector ook selectief ingezameld. De selectieve inzameling van kunststoffen in de bouwsector wordt gestimuleerd door systemen zoals het Clean Site System.

Kwikdampverlichtingselementen 

De armaturen van kwikdampverlichtingselementen zijn veelal in (thermoplastisch) kunststof uitgevoerd. Bij verwerking van afgedankte lampen, zoals bij Indaver Relight in Beveren, wordt de kunststoffractie afgescheiden voor verder recyclage.

LCD-schermen

LCD-schermen behoren tot de AEEA-stroom. Polyvinylalcohol, polyamides, en bepaalde silanen zijn veelgebruikte kunststoffen bij de productie van LCD-schermen. Polyamides zijn het populairst, omdat polyvinylalcohol soms het onderwerp is van vochtproblemen, en silanen een dunne en onbetrouwbare coating produceren (Stone, s.d.). De omkasting van een LCD-TV of –monitor wordt veelal uitgevoerd in een polymeer zoals PC[4], ABS[5], HIPS[6], en PMMA[7] (EFRA, 2013).

Figuur 4: Schematische opbouw van een LCD-scherm (Stone, s.d.)

Medisch afval 

De fractie medisch afval bevat kunststof afval in de vorm van kunststof flacons, spuiten, recipiënten, … Dit afval wordt, naargelang het risico- of niet-risicohoudend is, anders verwerkt. Risicohoudend en vloeibaar of pasteus niet-risicohoudend medisch afval (NRMA) moet verbrand worden.[MP1] 

Bij vast NRMA dat niet onder een verbrandingsplicht valt, kan gekeken worden naar de recycleerbaarheid van de afvalstoffen in deze stroom. Hier spelen verschillende factoren een rol:

  • wettelijke recyclageplicht;
  • mogelijkheid tot selectief inzamelen van de afvalstof (hoeveelheid);
  • zuiverheid van de afvalstof;
  • bestaan van een recyclagemarkt.

PMD[8] 

In PMD-fractie zitten afgedankte lege plastic flessen en flacons die in de recyclagecircuit worden opgenomen. De flessen en flacons zijn vervaardigd uit PET en/of HDPE. Het afval mag bovendien niet langer dan 1,5 meter zijn.

“Alleen plastic flessen en flacons zijn beschikbaar in voldoende grote hoeveelheden, voldoende zuiver en van een voldoende homogene kwaliteit om op een duurzame manier gerecycleerd te worden. Kleurloze, blauwe en groene PET-flessen en HDPE-plastic worden gesorteerd in gespecialiseerde centra. Het sorteren kan zowel geautomatiseerd als met de hand gebeuren.” (FostPlus, 2013).

Niet alle PET- en HDPE-afval mogen echter via de PMD-fractie verwijderd worden. Zo zijn er zowel zachte als harde kunststoffen die er niet in thuis horen (Limburg.net, s.d.):

  • Zachte kunststoffen: voorwerpen uit PVC, PET, PS, LDPE, LLDPE, HDPE, PP… van huishoudelijke[9] oorsprong zoals folies, kuipjes, vlootjes, schalen, potjes, zakjes, ….
  • Harde kunststoffen: voorwerpen uit HDPE, PP … van huishoudelijke oorsprong zoals bijvoorbeeld emmers, vaten, kratten, bidons, bloempotten, wasmanden, buizen, profielen, latten, goten, stoelen, tafels, kleerhangers, speelgoed, …

Meer informatie voor PMD-sortering bij bedrijven is terug te vinden op http://www.sorterenophetwerk.be/.

Restafval 

De kunststoffen die niet bij het PMD horen, kunnen via het restafval worden verwijderd.

Elastische vloerbedekkingsmateriaal 

Vloerbedekkingsmaterialen kunnen volledig of deels uit kunststoffen vervaardigd zijn. Vander Beke en Devaere (2014) onderscheiden:

  • gekalanderde vloerbedekking (Luxury Vinyl Tile, LVT) : ca. 40 % PVC + 40 % vulstoffen + 15 % weekmakers op glasvlies 

Figuur 5: Opbouw van een LVT (Vander Beke & Devaere, 2014)

  • plastisol-gecoat (vinylvloer): +/- 50 % PVC + 30 % weekmaker + 20 % vulstoffen) op glas- of PET-vlies

Figuur 6: Opbouw van een vinylvloer (Vander Beke & Devaere, 2014)

Elastische PVC-vloerbedekking wordt al dan niet aan de ondergrond gelijmd. Afgedankte vloerbedekking kan daardoor lijmresten, zand, metaal, … bevatten. De aanwezigheid van onzuiverheden bemoeilijkt het recycleren tot grondstof. Afgedankte vloerbedekking kan schadelijke weekmakers bevatten wat de inzetbaarheid als grondstof bemoeilijkt of onmogelijk maakt. Thermisch recycleren (verbranden) is te mijden door aanwezigheid van chloor (dioxinevorming) en glasvlies (verstopt roosters van verbrandingsovens)” (Vander Beke & Devaere, 2014).

Mogelijke recyclagepistes zijn (Vander Beke & Devaere, 2014):

  • mechanisch recycleren: verkleinen (shredderen) en vervolgens extruderen of persen tot semi-harde plaatmateriaal;
  • selectief chemisch scheiden van de substraatcoating en hergebruik van herwonnen plastisol[10]. Dit is echter een energie-intensief proces, en door beperkte industriële verwerkingscapaciteit is de beschikbaarheid voor derden nagenoeg beperkt.

 

[1] Ook gekend onder de noemers ‘Thermoplastisch elastomeer (TPE)’, ‘technische rubbers’, ‘synthetische rubbers’ of ‘elastoplastische kunststoffen’.
[2] Plastics zijn oorspronkelijk enkel de thermoplastische kunststoffen waarvan door plastische vormgeving - verhitting in een vorm onder druk - een voorwerp kan worden gemaakt.
[3] Plastics Recyclers Europe Association
[4] polycarbonaat
[5] acrylonitril butadieen styreen (ABS)
[6] hoge impact polystyreen
[7] poly(methyl methacrylaat)
[8] plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons
[9] Bedrijven moeten sinds juli 2013 hun PMD-afval sorteren.
[10] Plastisol is een suspensie van PVC-partikels in een vloeibare weekmaker. Het gedraagt zich al een vloeistof en kan in een verhitte mal gegoten worden.

1.2. Werkingsprincipe

Mechanische recyclage

Principe

Mechanische recyclage heeft betrekking op activiteiten voor terugwinning van kunststoffen uit kunststofafval met behulp van mechanische processen (vermalen, wassen, scheiden, drogen, regranuleren en mengen) (EuPR, 2012).

Mechanische recyclage is een technologie die het mogelijk maakt om afval van, bij voorkeur thermoplastische, kunststoffen, zoals PVC[1], PET[2], polyethyleen en andere, tot kwaliteitsvol recyclaat te verwerken. Dit recyclaat kan onder de vorm van maalgoed, poeder of granulaat aangewend worden als secundaire grondstof voor nieuwe producten, die anders met primaire grondstof vervaardigd zouden worden. De belangrijkste toepassingen zijn buizen, bouwprofielen, vloeren, huisvuilzakken, pellets en geluidswanden (Plaremec, 2009). Mechanische recyclage staat tegenover de grondstofrecyclage (of chemische recyclage), waarbij de polymeren chemisch worden afgebroken tot componenten met een kortere ketenlengte.

Toepassingsmogelijkheden

In sommige sectoren, zoals deze van distributie/verpakking en productie van PVC-bouwmaterialen, wordt er veel gerecycleerd omwille van de goede kunststofafvalkwaliteit en de mogelijkheid om de homogene afvalstroom te reinigen. De grote hoeveelheden zuiver en droog kunststofafval leiden tot grote hoeveelheden recyclage. Ook kunststof verpakkingen -vooral flessen- worden in toenemende mate gerecycleerd.

Gemengd kunststofafval recycleren is verantwoord in sommige omstandigheden, maar is, als de milieu- en economische aspecten meegenomen worden, onrealistisch voor alle soorten kunststofafval (Federplast, s.d.).

Mechanische recycling is enkel voor de thermoplastische kunststoffen aantrekkelijk. Thermoplastische kunststoffen (thermoplasten) zijn polymeren die kunnen worden hersmolten en opnieuw verwerkt tot producten via technieken zoals spuitgieten of extrusie (EuPR, 2012). Dit is mogelijk indien de thermoplasten onvervuild en onderling van elkaar gescheiden (naar soort kunststof, soort kleur, soort additieven, enz.) ingezameld worden (Jacobs et al., 2006). Thermoharders kunnen niet op deze manier worden verwerkt. Voor thermoharders komen chemische recyclage en energierecuperatie via verbranding (bv. in cementoven) in aanmerking[3] (zie ‘grondstofrecyclage’).

Thermoplasten zijn een aantal verschillende polymeren met verschillende fysische en mechanische eigenschappen. Een belangrijke hindernis voor mechanische recycling is dat de verschillende polymeren in het algemeen niet meng- of verenigbaar met elkaar zijn. Dit betekent dat een mengsel van verschillende polymeren inferieure mechanische eigenschappen kan hebben wat de toepassingsmogelijkheden van de recyclaten niet ten goede komt. Bijgevolg is de mechanische recyclage van kunststofafval algemeen gezien enkel mogelijk voor homogene, enkelvoudige polymeerketenstromen of gedefinieerde mengsels van polymeren die effectief kunnen worden gescheiden in de afzonderlijke soorten polymeren.

De meeste mechanische recyclagebedrijven ontvangen hun inputmateriaal via inzamel- en sorteerorganisaties. De marktwaarde van de recyclaten en de kosten van het recyclageproces, en niet de doorgaans lagere kosten van het verzamelen en sorteren, bepalen de waarde van het te verwerken inputmateriaal. Hoewel gerecycleerde polymeren het gebruik van nieuwe polymeren in bestaande toepassingen (deels) kunnen vervangen, is de marktwaarde van de gerecycleerde polymeren direct gekoppeld aan prijzen van nieuwe (virgin) polymeren. Producenten zijn voorlopig eerder bereid om voor gerecycleerde kunststoffen een lagere prijs dan de overeenkomstige virgin prijs te betalen als gevolg van de aanname dat de kwaliteit van gerecycleerde materialen lager is dan die van nieuwe grondstoffen. De EuPR (2012) merkt op dat het marketingwaarde van gerecycleerde materialen voorlopig nog niet sterk genoeg is om het voormelde prijsverschil tussen nieuwe en gerecycleerde materialen te overbruggen.

Voorbeelden van mechanische recyclage van kunststofafval zijn:

  • Het verzamelen en vermalen van gesorteerde, schone polyprop(yl)een (PP)-kratten en het vermengen van het maalgoed met nieuw polymeer om nieuwe kratten vormen.
  • Het verzamelen van LDPE[4]-folies die in de landbouw en industriële verpakkingen worden gebruikt, om ze daarna voor te wassen, te vermalen, wassen, scheiden, drogen en te smelten-filteren/regranuleren. Uiteindelijk wordt het gerecycleerde LDPE tot vuilniszakken verwerkt.
  • De inzameling en sortering van PET-flessen die gebruikt worden voor drankverpakkingen. Deze worden vermalen (geshreddered), gewassen, gescheiden, gedroogd en verwerkt tot polyestervezels , platen of containers. (EuPR, 2012)

Hydrolyse

Bij dit proces, dat onder wordt toegepast bij polyurethaan (PU)-schuim, vindt een ontbinding in de chemische bestanddelen plaats, waarbij water als reactiemiddel wordt gebruikt. Daarna worden de chemische bestanddelen opnieuw samengesteld om bv. identieke schuimsoorten te vervaardigen.

Hydrogenering

“Het plastic afval wordt verhit met waterstofgas. Hierdoor worden de polymeren gekraakt en omgezet in een vloeibare koolwaterstof.” (Onderwijs Vlaanderen, s.d.) De techniek bestaat erin om chemische verbindingen te breken door toevoeging van waterstof aan de kunststof bij een temperatuur van 300°C - 500°C en onder hoge waterdruk. Hiermee bekomt men teer, gas en een vloeistoffractie (Coberec, s.d.).

Pyrolyse

Het plastic afval wordt in een vacuüm verhit (van 400 tot 800 °C). De kunststof verbrandt niet, maar ontbindt in een mengsel van teer, cokes, gasvormige en vloeibare koolwaterstoffen, die daarna in de raffinaderijen gebruikt kunnen worden voor de productie van nieuwe koolwaterstoffen. Pyrolyse is voor vrijwel alle soorten kunststoffen geschikt, zelfs indien het onzuiverheden bevat.

Figuur 7: Kunststofafval voor en na pyrolyse (Onderwijs Vlaanderen, s.d.)

Vergassen

Het plastic afval wordt verhit in lucht zodat een gasmengsel van koolstofmonoxide en waterstof ontstaat. Dit gasmengsel kan gebruikt worden voor nieuwe grondstoffen zoals methanol.

Chemolyse

De gesorteerde kunststoffen worden chemisch behandeld en omgezet in grondstoffen voor dezelfde kunststof. Chemolyse is een ontbindingsproces dat frequent wordt gebruikt voor PET, PA en PC, waarbij er onder invloed van een reactiemiddel, monomeren kunnen worden bekomen die kunnen dienen voor de productie van, ofwel een identiek polymeer, ofwel een ander polymeer (Coberec, s.d.).

 

 

 

 

 

 

[1] Polyvinylchloride
[2] Polyethyleentereftalaat
[3] Thermoharders (ook PUR) kunnen in tegenstelling tot de thermoplasten niet hersmolten worden, omdat de polymeerketens vernet zijn. De vormgeving die ze aanvankelijk meegekregen hebben, is niet omkeerbaar. Hierdoor zijn de recyclagemogelijkheden van de thermoharders veel beperkter. Ze kunnen enkel verkleind worden en als vulmiddel of dergelijke verder ingezet worden. PUR wordt onder andere in vlokvorm in geaggregeerd schuim en isolerende mortel, als thermische en akoestische isolatie en als teeltsubstraat hergebruikt (Jacobs et al., 2006).
[4] Low Dense Polyeth(yl)een

Mechanische recyclage (Jacobs et al., 2006)

Water

Indien het kunststofafval gereinigd wordt, wordt er afvalwater geproduceerd.

Bodem

In het verleden zijn er in bepaalde kunststoftoepassingen een aantal gevaarlijke stoffen gebruikt. Cadmium werd bv. gebruikt als stabilisator in PVC en als pigment in andere kunststoffen. In de PVC-isolatie van kabels werden PCB’s teruggevonden. Deze toepassing zou echter beperkt zijn gebleven tot Oost-Duitsland. Materiaalrecyclage van deze fracties zou aanleiding kunnen geven tot uitloging. Dit kan vermeden worden door een juiste keuze van de acceptatiecriteria.

Lucht

Bij het vermalen treden stofemissies op die beperkt moeten worden. De vormgeving van recyclaten geeft enkel aanleiding tot beperkte luchtemissies, door ongewenste thermische afbraak van polymeerketens. Deze is vergelijkbaar met de verwerking van nieuwe granulaten. Bij de verwerking van gemengd PVC-houdend kunststofafval kan tijdens de vormgeving gasvormig HCl ontstaan. De hoeveelheid is afhankelijk van de verwerkingstemperatuur en het PVC-aandeel.

Afval

Bij het sorteren heeft men telkens ook een restafvalstroom.

Energie

Om het kunststofafval te vermalen is energie nodig. De vormgeving van recyclaten vergt verhitting tot de plastische toestand. Het energieverbruik bij verwerking van maalgoed of nieuwe granulaten is volledig gelijkwaardig.

Gegevens over de kostprijs van de verwerking met de voormelde technieken zijn niet publiek beschikbaar en worden best opgevraagd bij de aanbieder van de verwerkingstechnologie.

Plaremec publiceerde in 2009 een gids van de Belgische kunststofrecyclage waarin een overzicht wordt gegeven van de bedrijven die actief zijn in de recyclage van kunststoffen.

Bronnen

 

Nuttige links

http://www.federplast.be/htm/duurzontw_levennagebruik.htm

http://www.epro-plasticsrecycling.org/

http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/wp-content/uploads/2012/10/Infographic_Bioplastic_deel3_versie7.pdf

http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/46705/infographic-bioplastics-deel1/