Vloerbedekkingsmateriaal

De afvalstroom “vloerbedekkingsmateriaal” bestaat uit tal van materialen. In deze fiche worden gefocust op afgedankte kunststof vloerbedekkingsmaterialen (vinyl, linoleum, balatum), tapijt(tegels), en laminaat. Vloerbedekkingen zijn bouwmaterialen (Vander Beke & Devaere, 2014). De afvalstromen van vloerbedekkingsmateriaal zijn grotendeels afkomstig van afbraakwerken (sloopafval). Aangezien er geen selectieve inzameling voor afgedankt vloerbedekkingsmateriaal is, zijn de cijfers voor de evolutie van het volume van afgedankt vloerbedekkingsmateriaal voornamelijk verwerkt in deze voor bouw- en sloopafval (fracties: kunststoffen, hout en textiel).

Onderscheid tussen verschillende types vloerbedekkingsmaterialen volgens de veiligheids-, energiebesparings-, en gezondheidsnorm (EN14041):

  • Elastische (resilient) vloerbekleding, vervaardigd uit kunststof, linoleum, kurk of rubber
  • Textiel vloerbekleding
  • Laminaat vloerbekleding

Figuur 1: Overzicht van de verschillende types vloerbekleding (Vander Beke & Devaere, 2014)

Elastische vloerbedekkingsmaterialen:

Balatum:glad en glanzend vloerbedekkingsmateriaal dat bestaat uit vilt, gedrenkt in bitumen en guttapercha”[1] (ANW, s.d.).

PVC/Vinyl:

“Polyvinylchloride (PVC) is een synthetisch polymeer materiaal (of hars), dat opgebouwd is door de herhaalde koppeling van vinylchloridemonomeer (VCM). … Zuiver PVC is een hard materiaal met een grote mechanische sterkte, redelijk weerbestendig, waterbestendig, bestand tegen chemische producten en elektrisch isolerend,…” (EC, 2000). Het kan als vloerbedekkingsmateriaal worden gebruikt en krijgt dan vaak de benaming “vinyl” of Novilon®. Dit type vloerbedekkingsmateriaal is veerkrachtig en is opgebouwd uit meerdere lagen: de onderlaag of rug, een beschermende glasvezellaag, de tekening en de toplaag (Livios, 2013).

In 2012 werd in België 2771 ton PVC-afval gerecycleerd (Vinylplus, 2012). Aangezien (PVC-) vloerbedekkingsmateriaal niet als aparte stroom wordt ingezameld, werden er geen data teruggevonden over gerecycleerde hoeveelheden vinylvloeren.

Linoleum:Degelijke linoleumvloeren gaan erg lang mee en zijn sterk en slijtvast. Het is een nagenoeg 100 % natuurlijk product. Grondstoffen zijn onder meer lijnolie, houtmeel, kalksteen en jute.” (Livios, 2013a).

Asbest in of onder kunststof vloerbedekkingsmateriaal:

“Vooral in de jaren ‘70 en in het begin van de jaren ‘80 werd onder vloerbedekkingen van vinyl (zowel zeil als tegels) dikwijls een laag asbestvilt of asbestkarton aangebracht. Soms werd in de vinyltegel zelf asbest verwerkt.”

“Vloerbedekking die asbest bevat, is gevaarlijk afval. Zorgt een gespecialiseerd bedrijf voor de verwijdering, dan neemt dat ook de behandeling van het afval op zich. Als men als privé-persoon met het afval zit opgescheept, neem dan contact op met de milieudienst van uw gemeente. Voor bedrijven geldt de wetgeving van het gewest. Informatie daarover kan opgevraagd worden bij de bevoegde gewestelijke overheidsdiensten.” (DG Leefmilieu, 2006).

“Het risicovolle afval met niet-hechtgebonden asbest moet, dubbelwandig verpakt en met asbeststicker, worden afgevoerd door een door de OVAM erkende overbrenger voor dergelijke afvalstoffen.” (OVAM, 2011a; Infomil, s.d.)

Op de Europese afvalstoffenlijst EURAL, staat bij code 17 09 02 vloerbedekking waarin pcb (polychloorbifenyl)-houdend hars in is verwerkt.

Textiel vloerbekleding:

Tapijt is een vloerbedekking van textiel die bestaat uit een drager van jute of kunststof waarop een bovenkant, de pool, is aangebracht van losse draadeinden of lussen van materialen zoals wol, kunstgaren, katoen of sisal. In deze betekenis wordt met tapijt het materiaal bedoeld waarmee de vloer bedekt kan worden en kan bijvoorbeeld gesproken worden van kamerbreed (van muur tot muur) tapijt, meestal vier meter breed.” (Wikipedia, 2013) Tapijt wordt evenwel ook soms in de vorm van tegels aangebracht.

Laminaat vloerbekleding:

Laminaat is een composiet plaatmateriaal dat uit verschillende laagjes is opgebouwd, waarbij bepaalde eigenschappen verkregen worden die met de enkelvoudig gebruikte materialen niet verkregen kunnen worden. De verschillende laagjes (meestal drie tot vier) zijn vervaardigd uit kunststof (bv. melamine), een dragermateriaal (meestal HDF[2]), en bedrukt papier.

Afgedankt vloerbedekkingsmateriaal kan, afhankelijk van het feit of de aanbieder van de fractie particulier dan wel professioneel is, respectievelijk enerzijds als grof (huis)vuil[3] en anderzijds als sloopafval/industrieel bedrijfsafval aanzien worden. Indien er, zoals soms bij de kunststof vloerbedekkingsmaterialen, asbest gebonden is aan of in de vloerbedekking, wordt dit afval als gevaarlijk afval beschouwd.

 

[1] Gutta-percha is een stevige kunststof uit de latex afkomstig van een aantal Maleisische boomsoorten (genera Payena en Palaquium) van de sapodillafamilie die op rubber lijkt, maar meer hars bevat en vooral gebruikt wordt als isolatie en als tijdelijke vulling in de tandheelkunde (Merriam-Webster, 2013).

[2] HDF staat voor High-Density Fibreboard en is een geperste vezelplaat waarvan de houtvezels zijn gedroogd en door middel van harsen met elkaar verbonden.

[3] afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, en de vergelijkbare afvalstoffen die door hun omvang, hun aard of hun gewicht niet in de recipiënt voor huisvuilophaling kunnen worden geborgen en die huis aan huis worden ingezameld, alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding in het containerpark

 

Er is geen wetgeving die specifiek gericht is op afgedankt vloerbedekkingsmateriaal. Afhankelijk van in welke afvalstroom dit verwerkt is, zal wetgeving van toepassing zijn. (linken met afvalstroomfiche bouw- en sloopafval)

Algemeen

Niet-gevaarlijk afval

Vloerbedekkingsmaterialen die vrij zijn van asbest vallen onder de noemer van grof (huis)vuil of industrieel bedrijfsafval. Dit afval wordt, ingeval de afzetter van het afval particulier is, opgehaald door de gemeentelijke en/of intercommunale afvalophalingsdiensten. Het afval kan ook naar het containerpark gebracht worden. In het geval dat het industrieel bedrijfsafval (bv. sloopafval) betreft, kan het door een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar opgehaald worden. Dit afval kan door voorbehandeling zoals sortering en valorisatie zoals verbranding tot energieopwekking en/of materiaalrecyclage leiden.

Link met fiche (bedrijfs-)restafval

Gevaarlijk afval

Indien de vloerbekleding asbest bevat of met asbesthoudende producten is vermengd, dan moet dit als gevaarlijk afval worden behandeld, getransporteerd en verwerkt.

Volgens informatie van de OVAM (2011b) kost het storten van asbestcement op een vergunde stortplaats ongeveer 70 euro per ton (cijfers 2008). “Transportkosten zijn niet in deze prijs inbegrepen. Om legale verwijdering te stimuleren is het storten van asbesthoudend afval vrijgesteld van milieuheffingen. Kleine hoeveelheden asbestcement kunnen vaak ook op het containerpark worden afgegeven. Soms is dit gratis.” Het asbestcement op het containerpark mag men enkel in de hiervoor voorziene container storten (OVAM, 2011b).

  • OVAM beheert de lijst van vergunde verwerkers van categorie I – afval. Deze lijst is hier te raadplegen.
  • In de acceptatiecriteria voor de VEA-installaties (Valorisatie Energierijke Afvalstoffen) en de roosterovens staan specifieke voorwaarden vermeld met betrekking tot de aanwezigheid van  asbesthoudende stromen. Asbesthoudende vloerbedekkingsmaterialen worden hier dan ook niet (selectief) geaccepteerd. Voor dergelijke materialen kunnen firma’s vrije asbestvezels immobiliseren. Indien dit niet mogelijk is om technische of praktische redenen is er bij Indaver een uitwijkmogelijkheid door storten op een stortplaats voor gevaarlijk afval en dit onder specifieke voorwaarden (Frank Bal, senior expert Indaver, persoonlijke communicatie, 29 november 2013).
  • Asbesthoudende vloerbedekkingsmaterialen die via het grof vuil of bouw- en sloopafval toch tussen de mazen van het net van controles geraken, worden verbrand. De asbestvezels komen dan in de filters en/of in de bodemassen terecht. In bodemas dat als grondstof zou worden ingezet, gelden voorwaarden en vereisen een grondstoffenverklaring van de OVAM. Eén van de criteria voor werken of bouwstoffen is dat het berekende totaalgehalte aan asbestvezels maximaal 100 mg/kg droge stof mag bedragen (Vlarema, onderafdeling 2.3.2, art.2.3.2.1 §1).

Verwerkingsmogelijkheden per soort vloerbedekkingsmateriaal

Tapijt

Een tapijt is een complex samengesteld product (Vander Beke & Devaere, 2014):

  • de verschillende lagen zijn moeilijk te scheiden;
  • bovenlaag (garen) bestaat meestal uit PP of PA;
  • garens worden gelijmd met SBR-latex;
  • rugzijde kan een vilt zijn (PP of PET), weefsel (PP, PAC, jute), latex, bitumen- of PVC-laag (tapijttegels)

Tapijt wordt dikwijls gelijmd op de ondergrond en tapijtafval kan dan ook lijmresten bevatten. De complexe samenstelling bemoeilijkt het economisch recycleren tot grondstof” (Vander Beke & Devaere, 2014).

Met behulp van sensors wordt kunststofhoudende vloerbedekking gescheiden van de overige vloerbedekking. Deze selectie is zodanig dat het niet uitmaakt of de vloerbedekking jute dan wel foam-rug heeft. 60% van de 1,5 miljoen ton tapijtafval per jaar uit West-Europa bevat perlon (Polyamid 6) of nylon (Polyamid 6.6). Door middel van ‘novo-synthese” worden deze kostbare bestanddelen teruggewonnen.

De bruikbare nylonfractie wordt verwerkt tot nylongranulaat. Het merendeel daarvan is van een zeer goede kwaliteit, overeenkomstig met een net uit aardolie gewonnen grondstof. De perlon vindt vooral een afzetmarkt in de automobiel- en elektronica-industrie voor de productie van allerlei kunststofonderdelen (Schoonenberg, 2010).

Bij het recyclageproces komt eveneens een aanzienlijke hoeveelheid krijt vrij. Deze fractie gaat nagenoeg geheel terug naar de tapijtindustrie, waarvan de bakermat in o.a. België en Duitsland ligt. Het niet-herbruikbare materiaal dient als hoogcalorische brandstof voor de elektriciteitscentrales, cementindustrie en kalkovens.

Laminaat

De toplaag van laminaat kan niet worden hersteld of vervangen. Producthergebruik is voor laminaat dus minder geschikt. Afgedankte laminaat kan evenwel worden verbrand (Schoonenberg, 2010).

Elastische (resilient) vloerbekleding

  • Linoleum

Schoonenberg (2010) stelt dat linoleum quasi volledig biologisch afbreekbaar is.

  • Vinyl, kokos of sisal

Kokos of sisal komen volgens Schoonenberg (2010) niet in aanmerking voor recyclage en worden verbrand. PVC-vloeren kunnen via bv. VinyLoop® wel gerecycleerd worden. VinyLoop® is een vrij nieuwe en een fysisch, oplosmiddelgebaseerde recyclagetechnologie is die R-PVC (gerecycleerde PVC) produceert. Het recyclageproces scheidt de PVC-componenten van andere materialen die in de afvalstof zitten door middel van selectieve oplossing en filtratie (VinyLoop, 2013).