Rubber banden

1.1 Definitie

Onder banden wordt verstaan alle soorten van rubber banden van voertuigen. Dit kan gaan over personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, zwaar transport, landbouwvoertuigen en EM-voertuigen (Earth Moving). De typische samenstelling van een band is afhankelijk van het voertuigtype. Voor banden van personenwagens en vrachtwagens ziet deze samenstelling er typisch als volgt uit (ETRA, 2013):

Materiaal Band personenwagen (massa %) Band vrachtwagen (massa %)
Tabel 1. Typische samenstelling van banden van personenwagens en vrachtwagens (ETRA, 2013).
Rubber (elastomeer) – carbon black – silica 70 67
Metaal 15 25
Textiel 5 -
ZnO 1 2
Zwavel 1 1
Additieven 8 5

Volgens de Milieubeleidsovereenkomst (11 juni 2010) is een afvalband elke band die niet of niet meer gebruikt kan worden voor hetzelfde doel of soortgelijk doel als waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen. Het betreft zowel rechapeerbare als valoriseerbare banden.

1.2 Hoeveelheden

Volgens het jaarverslag van Recytyre, het beheersorganisme voor afvalbanden, werden er in 2012 in België 79.609 ton afvalbanden ingezameld, waarvan ongeveer 65% in Vlaanderen. Dit is een lichte daling (ca. 8%) ten opzichte van 2011 (Figuur 1).

Figuur 1. Evolutie inzameling afvalbanden in ton voor België (Recytyre, 2013).

2.1 Vlaamse wetgeving

Afvalbanden zijn onderworpen aan de aanvaardingsplicht. De aanvaardingsplicht geldt voor alle soorten afvalbanden, uitgezonderd fiets- en rupsbanden. Ze geldt zowel voor de vervangmarkt als voor de nieuwmarkt. Eindverkopers van banden zijn verplicht de oude banden gratis in ontvangst te nemen van de klant als die nieuwe banden aankoopt (1 voor 1 principe). De klant mag gratis evenveel banden achterlaten als hij aankoopt. De banden moeten wel van dezelfde soort zijn. Eindverkopers zijn bijvoorbeeld niet verplicht om 2 oude vrachtwagenbanden te aanvaarden als de klant 2 nieuwe personenwagenbanden koopt. Overeenkomstig het VLAREMA moeten bandenproducenten en importeurs van banden een volledige inzameling garanderen en opgelegde recyclagedoelstellingen halen (OVAM, 2013). De praktische uitwerking van de aanvaardingsplicht is geregeld in een milieubeleidsovereenkomst die door de Vlaamse regering is afgesloten met de betrokken sector. In dit kader verenigt Recytyre vzw de banden fabrikanten, invoerders van banden en de bandenverdelers.

2.2. Europese wetgeving

3.1. Inzameling

Afvalbanden worden opgehaald door geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars (IHM) voornamelijk bij garages en bandencentrales, maar ook bij erkende centra voor het depollureren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen en containerparken. De banden die door inzamelaars gehomologeerd door Recytyre worden ingezameld zijn afvalbanden die vallen binnen het toepassingsgebied van de milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor afvalbanden. De banden dienen aan een aantal kwaliteitsvoorwaarden te voldoen om een optimale inzameling en verwerking te verzekeren. Zo dienen de afvalbanden bijvoorbeeld vrij te zijn van water, moeten van de velg ontdaan zijn en dienen ze zuiver en vrij van verf of andere chemicaliën te zijn.

Recytyre stelt een aantal regels voorop voor het laten ophalen van afvalbanden die vrijgekomen zijn in de vervangmarkt:

  • Een inzamelaar voor de ophaling wordt best pas gecontacteerd vanaf 500 kg of 65 afvalbanden van personenwagens, 4x4, aanhangwagens, caravans, bestelwagens, lichte bedrijfsvoertuigen, motors, quads, vrachtwagens en autobussen.
  • Voor de inzameling van afvalbanden van het type landbouw, wegenbouw en industrie, is de drempel voor de inzameling vastgelegd op 1000 kg.
  • Alle afvalbanden die aan een Recytyre Partner worden overhandigd, moeten voldoen aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden gesteld door Recytyre.

De opslag van afvalbanden gebeurt op een vloeistofdichte vloer met afwateringssysteem en/of in containers. Het is verboden om afvalbanden met landbouwers of niet geregistreerde IHM’s mee te geven of af te voeren naar niet vergunde inrichtingen. Vermits het gaat om een afvoer van afvalstoffen, wordt elke ophaling van afvalbanden verplicht geregistreerd in het afvalstoffenregister.

3.2. Voorbehandeling en hergebruik

De ingezamelde banden moeten door de inzamelaars gesorteerd worden op herbruikbare banden en op rechapeerbare banden. Niet alle banden die afgemonteerd worden krijgen eenzelfde bestemming. Sommige banden zijn nog voldoende intact om op de occasiemarkt verhandeld te worden of komen nog in aanmerking voor loopvlakvernieuwing. Indien dit niet meer het geval is, komen zij in een valorisatieproces terecht, waarbij het rubber ofwel wordt gerecycleerd (materiaalvalorisatie) ofwel wordt gebruikt als energiebron (energetische valorisatie).

 

3.3. Verwerking en recyclage

Banden met een minimum profieldiepte van 1.6 mm die geen scheuren of gaten of andere gebreken vertonen komen in aanmerking voor hergebruik. Bepaalde karkassen kunnen via rechapage voorzien worden van een nieuw loopvlak en zo opnieuw worden ingezet als band. De overige afvalbanden zijn enkel geschikt voor materiaalrecyclage of energetische valorisatie. In 2012 werden er volgens de cijfers van Recytyre 79.975 ton banden verwerkt. De verdeling hiervan over de verschillende hergebruik en valorisatieopties is weergegeven in Tabel 4.

 

Tabel 4. Hergebruik en valorisatie van afvalbanden in 2012 (Recytyre, 2013).

 

In de Milieubeleidsovereenkomst betreffende de aanvaardingsplicht voor afvalbanden (11 juni 2010) worden de volgende verwerkingsdoelstellingen vermeld (art. 4):

  • het totale percentage hergebruik door de sorteerder, loopvlakvernieuwing en recyclage van de ingezamelde banden dient minstens 55% te bedragen;
  • de rest van de ingezamelde banden wordt energetisch gevaloriseerd;
  • verwijdering van afvalbanden is niet toegelaten.

Uit de cijfers van Recytyre blijkt dat er in 2012 ca. 85% van de banden enige vorm van materiaalvalorisatie ondergaan (hergebruik, loopvlakvernieuwing en recyclage). Ongeveer 15% wordt energetisch gevaloriseerd (cementfabrieken).

Loopvlakvernieuwing

Banden met een versleten loopvlak, maar met een nog solide karkas komen in aanmerking voor loopvlakvernieuwing. Hiermee kan de levenscyclus van een band aanzienlijk verlengd worden. Het versleten loopvlak (het gedeelte van de band dat tijdens het rijden contact maakt met de weg) wordt er afgefreesd, waarna een nieuw loopvlak wordt aangebracht. Het materiaal dat vrijkomt van het oude loopvlak wordt bewerkt, gesorteerd en komt in het recyclagecircuit terecht. Loopvlakvernieuwing gebeurt vooral met vrachtwagenbanden (Recytyre, 2013).

Materiaalrecyclage

Shredding is doorgaans de eerste stap in het recyclageproces van afvalbanden. Schredders werken met beitelachtige messen die op tegengesteld ronddraaiende cilinders gemonteerd zijn. Ze 'knippen' de banden met grote kracht tot onregelmatige repen van circa 40 tot 300 millimeter. De restanten van de staalgordels en de textielvezels zitten er in dit stadium nog in. Verontreinigingen zoals glas, steentjes en zand worden weggespoeld met water, dat ook de shredders afkoelt.

Voor sommige toepassingen is deze eerste bewerking al voldoende. Voor andere recyclagetoepassingen moeten de banden nog verder vermalen worden, en gaan de repen nog verder naar een snijmolen. In dat proces worden de metalen deeltjes magnetisch verwijderd, terwijl de textielvezels met behulp van perslucht worden afgezogen of weggeblazen. Dit proces kan - afhankelijk van de specificaties van de klant - nog verder gezet worden tot de band volledig vermalen is tot poeder (Recytyre, 2013).

Om rubber in te zetten in andere toepassingen dan mogelijk zijn na het shredderen of vermalen van afvalbanden, kan devulkanisatie worden toegepast. Door het verbreken van de zwavelverbindingen (devulkanisatie) kan de rubber weer in plastische toestand gebracht worden, waardoor de fractie bruikbaar wordt voor een nieuwe vormgeving. Hierbij wordt getracht de polymeerketens zelf zo weinig mogelijk aan te tasten.

Energetische valorisatie

Rubber heeft een zeer hoge energie-inhoud en brandt prima. De verbranding is echter alleen toegestaan als er energie uit wordt gewonnen (cementindustrie en elektriciteitsopwekking). Dit gebeurt bij temperaturen van meer dan 1.000°C om zo min mogelijk afvalstoffen over te houden. De uitstoot van zinkoxide, fijnstof, zwaveldioxide en andere schadelijke gassen is aan wettelijke normen onderworpen.

Hele of geshredderde afvalbanden ondergaan energetische valorisatie in cementovens. Cementovens werken met zulke hoge verbrandingstemperaturen dat er nauwelijks iets van de banden overblijft. Zelfs het metaal oxideert en kan, samen met de geringe hoeveelheid asresten, in klinkers worden verwerkt.