Roetafval

1.1. Definitie

Roet is een afvalstof die ontstaat ten gevolge van een onvolledige verbranding van vaste (vb. hout, steenkool, ...), vloeibare (vb. stookolie, ...) en - in beperkte mate - gasvormige (vb. aardgas, ...) brandstoffen. Het is een afvalstof die zowel in de industrie als bij de huishoudens voorkomt. De belangrijkste bron van roet bij de huishoudens is de verwarming (OVAM, 2013).

Roet is een gevaarlijke, zelfs kankerverwekkende stof. Dit komt door de hoge concentraties polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) in het roet die het gevolg zijn van een onvolledige verbranding. Daarbij worden deze stoffen ofwel naar de lucht geëmitteerd ofwel in het roet of de assen geaccumuleerd. VLAREMA, art. 4.1.3, bepaalt dat afvalstoffen die één of meer kankerverwekkende stoffen (categorie 1 of 2) met een totale concentratie van 0,1% of meer bevatten, beschouwd worden als gevaarlijke afvalstoffen (voor categorie 3 is dit ≥ 1%).

1.2. Hoeveelheden          

Er zijn een groot aantal bronnen waar telkens kleine hoeveelheden vrijkomen. Deze kleine hoeveelheden worden niet altijd gemeld waardoor het moeilijk is om een goede schatting te maken van de hoeveelheid roetafval die in Vlaanderen wordt geproduceerd. Voor wat betreft de productie van bedrijfsafvalstoffen wordt er door OVAM op basis van meldingsgegevens van bedrijven (ingezameld via het Integraal Milieujaarverslag) een schatting gemaakt. Volgens deze cijfers werd er in 2010 in totaal 365 ton roetafval geproduceerd (Figuur 1).

Figuur 1. Roetafval in Vlaanderen, bedrijfsafvalstoffen op basis van IMJV (OVAM, 2012).

3.1. Inzameling

Omdat roetafval als een gevaarlijke afvalstof wordt beschouwd, moet de ophaling ervan gebeuren door een erkende ophaler. De wetgeving stelt dat de persoon die afvalstoffen heeft voortgebracht tijdens de uitvoering van werken bij derden van rechtswege wordt erkend als een ophaler. Daarom dienen installateurs of schoorsteenvegers het roetafval mee te nemen en voor een milieuverantwoorde en wettelijke verwerking te zorgen. Het roetafval wordt overgebracht voor verwerking of naar een gemeentelijk containerpark afgevoerd. Een lijst van vergunde IHM's is beschikbaar via OVAM. Deze ophalers kunnen ook het roetafval, zonder tussenkomst van installateurs of schoorsteenvegers, ophalen bij de producenten van roetafval. Heel wat van de kleinere ophalers zijn in de laatste jaren overgenomen door de grote groepen die actief zijn in de afvalsector.

Wanneer huishoudens zelf instaan voor de reiniging van de ketel en schouw dan wordt het roet niet beschouwd als een bedrijfsafvalstof. In dat geval is het een huishoudelijke afvalstof die men zelf naar het gemeentelijk containerpark brengt.

3.2. Verwerking

Roetafval komt in theorie in aanmerking voor afvoer naar een klasse 1-stortplaats. Het dient hierbij te voldoen aan de aanvaardingscriteria van VLAREM II (subafdeling 5.2.4.1). Voorbehandeling door middel van solidificatie is veelal noodzakelijk on de vereiste steekvastheid te bereiken. Ook neutralisatie kan vereist zijn.

In de praktijk blijkt dat de acceptatie op een klasse 1-stortplaats vooral gelimiteerd is door het PAK-gehalte. PAK’s en teer worden beschouwd als giftige organische stoffen. Indien het gehalte aan deze stoffen hoger ligt dan 0,1 massa %, geldt er een stortverbod (VLAREM II, art. 5.2.4.1.2).

In de praktijk wordt roetafval voornamelijk verwerkt in verbrandingsovens voor gevaarlijk afval (draaitrommeloven).

Hergebruik van roet: nog evoluties, bv. Cementindustrie? Voor meer informatie over roet kunt u steeds terecht bij de OVAM, dienst ketenbeheer en bedrijven, team chemie.