Medisch afval

1.1. Definitie

Art. 1.2.1.51° van Vlarema definieert medisch afval als “een bijzondere afvalstof die bestaat uit alle afvalstoffen, ongeacht de aard, het voorkomen of de samenstelling, die afkomstig zijn van geneeskundige of diergeneeskundige behandelingen”.

De (dier)geneeskundige behandeling heeft betrekking op de bevordering en controle van de gezondheid van mens en/of dier (OVAM, 2012).

Medische afvalstoffen worden volgens art. 5.2.3.1§1 van Vlarema onderverdeeld in :

risicohoudende medische afvalstoffen: afvalstoffen die een bijzonder risico inhouden doordat ze een microbiologische of virale besmetting, een vergiftiging of een verwonding met zich kunnen meebrengen, of afvalstoffen die om ethische redenen een bijzondere behandeling vereisen;

Bijlage 5.2.3.A lijst (niet-limitatief) de risicohoudende medische afvalstoffen als volgt op:

  • Afval afkomstig van de geneeskundige behandeling van mensen en dieren besmet met een ziekte waarvan de wijze van overdracht niet bekend is, onder meer lassa-, ebola-, marburgkoorts, genetisch gemodificeerde organismen, of waarvan de overdracht via afval mogelijk is, onder meer anthrax.
  • Afval van laboratoria dat viraal en/of bacterieel besmet is en dat niet onder verantwoordelijkheid van de houder werd geautoclaveerd.
  • Alle bloed en bloedderivaten.
  • Alle scherpe voorwerpen.
  • Cytostatica en alle afval van cytostatica behandelingen.
  • Kunstnieren van patiënten, besmet met één van de ziekten, vermeld in het eerste punt van de opsomming.
  • Anatomisch afval, pathologisch afval, orgaandelen of delen van ledematen die bij operatieve en obstetrische ingrepen vrijkomen, met uitzondering van de organische delen, bestemd voor transplantatie of recuperatie.

Het risicohoudend medisch afval (RMA) is goed voor 10 à 15 procent van de totale hoeveelheid medisch afval, maar ook verantwoordelijk voor 90 procent van de kosten (OVAM, 2011). RMA wordt aangeduid met het onderstaande logo:

Figuur 1: Logo risicohoudend medisch afval (Vlarema, bijlage 5.2.3.)

niet-risicohoudende medische afvalstoffen: afvalstoffen die geen bijzonder risico inhouden en die door hun aard vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen, maar door hun samenstelling of waardebeleving niet vergelijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen.

Bijlage 5.2.3.A lijst (niet-limitatief) de niet-risicohoudende medische afvalstoffen als volgt op:

  • Verbanden, tissues, disposables, onderleggers, lakens met inbegrip van operatielakens, gebruikte al dan niet wegwerpoperatiekledij, -handschoenen, -schorten, -maskers, -mutsen, onderleggers met inbegrip van die met kleine hoeveelheden bloed en/of lichaamsvochten in geabsorbeerde toestand.
  • Lichaamsvochten, met uitzondering van bloed en zijn derivaten.
  • Katheters.
  • Lege bloedzakken.
  • Sondes.
  • Spuiten zonder naald.
  • Lege infusen en infuusleidingen.
  • Gipsafval en afval van kunststofgipsen.

 

Op de website van de OVAM is een niet-limitatieve lijst van medische afvalstoffen raadpleegbaar.

1.2. Hoeveelheden

Niet-gebruikte en vervallen geneesmiddelen vallen eveneens onder de noemer van “medisch afval”. “Momenteel wordt er in Vlaanderen jaarlijks ongeveer 300 ton niet-gebruikte en vervallen geneesmiddelen ingezameld via de apotheek.” (IMOG, 2013)

De grootste producenten van medisch afval zijn de ziekenhuizen. Een ander belangrijk onderdeel van de verzorgingssector zijn de rusthuizen en de extramurale gezondheidszorg.” (OVAM, 2008) “In Vlaanderen alleen produceert de zorgsector 7 000 ton RMA per jaar, 20 000 kg per dag.” (Indaver, 2012)

Doordat patiënten steeds meer buiten de muren van verzorgingsinstellingen verzorgd worden, wordt medisch afval ook meer en meer decentraal geproduceerd (OVAM, 2008).

 

Volgens cijfers van de OVAM (Vanaken, 2010) bedraagt de gemiddelde afvalproductie per bed 130 kg/jaar in algemene ziekenhuizen, en 250 à 300 kg/jaar in universitaire ziekenhuizen.

Figuur 2: Distributie van het geproduceerde RMA in Vlaanderen in ton/jaar (op de x-as staan de onderzochte ziekenhuizen) (OVAM, 2010)

Volgens cijfers van de OVAM (2010) werd er in 2006 50 000 tot 60 000 ton per jaar niet-risicohoudend medisch afval geproduceerd. De hoeveelheid risicohoudend medisch afval in dat jaar bedroeg circa 6000 ton, waarvan 73% afkomstig was van ziekenhuizen, en 9% van laboratoria.

Vlaams

Europees

  • Richtlijn verbranding van afval
    • Vermeldt een juridisch bindende grenswaarde op voor de uitstoot van dioxines en furanen van 0,5 ng/m³ TE (toxiciteit-equivalent) voor installaties die meer dan 1 ton vast medisch afval per uur verbranden.

De handleiding “Beheer van medisch afval” (OVAM, 2008) bevat een overzicht van (federale) wetgeving waarin eveneens verplichtingen m.b.t. omgaan met medisch afval staan vermeld.

3.1 Inzameling

De inzamelplaats van medisch afval moet voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in Vlarema, art.5.2.3.11.

Voorts legt Vlarema, Onderafdeling 5.2.3.: Medisch afval bepalingen op omtrent de verpakking, behandeling en ophaling van NRMA en RMA.

Bedrijven en zorginstellingen zoals ziekenhuizen kunnen voor de ophaling van hun medisch afval beroep doen op afvaloverbrengers hiervoor die de nodige vergunning hebben verkregen. Deze vergunde overbrengers transporteren het afval naar door de OVAM vergunde verwerkers.

 

Particuliere producenten van medisch afval kunnen via containerpark (mits verpakt in een naaldcontainer, te verkrijgen bij de apotheker, de medishops of - indien men diabetespatiënt is - bij de Vlaamse diabetesvereniging (www.diabetes-vdv.be - 0800 96 333)) hun medisch afval kwijt (IMOG, 2013). Ook voor KMO’s worden er mogelijkheden voorzien om via het containerpark de inzameling van medisch afval te regelen (pilootproef IMOG voor KMO’s) (Gemeente Kruishoutem, s.d.).

 

Oude en vervallen geneesmiddelen vallen onder de aanvaardingsplicht. Men kan hiermee bij de apotheker terecht. Thuisverplegers hebben niet de verplichting om deze (vervallen of ongebruikte) geneesmiddelen te aanvaarden. Zij hebben echter wel de plicht om het door hen bij hun patiënt thuis geproduceerde RMA & pasteus NRMA mee te nemen. Vast NRMA mag in de restafvalzak van de patiënt (OVAM, 2012; IMOG, 2013).

 

   

Figuur 3: Voorbeelden van recipiënten voor medisch afval (OVAM, 2012).

3.2 Verwerking

In de Vlarema (Onderafdeling 5.2.3.: Medisch afval) stellen de artikels 5.2.3.18 t.e.m. 5.2.3.20 de verwerkingsverplichtingen voor RMA en NRMA vast.

  • Het storten van medisch afval, afkomstig van de instellingen voor geneeskunde, en van risicohoudend medisch afval, afkomstig van de geneeskundige praktijk, is verboden (art. 5.2.3.18).
  • Risicohoudend medisch afval en vloeibaar en pasteus niet-risicohoudend medisch afval moet verbrand worden (art. 5.2.3.19). Dit kan bijvoorbeeld in draaitrommeloven van de Medipower®-installatie van Indaver (OVAM, 2012; Indaver, 2012).
  • Individuele afwijkingen van de voormelde verbodsbepalingen zijn voor medisch afval niet mogelijk (art. 4.5.3). Figuur 3 vat de voormelde verwerkingswijzen samen.

Figuur 4: Beslissingsschema verwerking medisch afval (extractie uit fig.1, OVAM, 2008).

Indien er geen verbrandingsplicht is, kan gezocht worden naar de recycleerbaarheid van de afvalstoffen. Hier spelen verschillende factoren een rol:

- wettelijke recyclageplicht;

- mogelijkheid tot selectief inzamelen van de afvalstof (hoeveelheid);

- zuiverheid van de afvalstof;

- bestaan van een recyclagemarkt.

De algemeen geldende voorwaarden voor verbranding uit Vlarem II (Art. 5.2.3.bis.1.10) voor RMA wordt in de voorgeschreven recipiënten rechtstreeks in de oven gebracht, dat wil zeggen zonder dat het eerst met afvalstoffen van andere categorieën wordt vermengd. Delen van organen moeten afzonderlijk worden verpakt, opgeslagen en opgehaald en moeten worden verbrand in een inrichting vergund voor de verwerking van risicohoudend medisch afval (Vlarem II, art. 5.35.3.2.§5).

NRMA, afkomstig van de geneeskundige praktijk, kan op een stortplaats van categorie 2, bedoeld in subrubriek 2.3.6, b) van de indelingslijst, worden gestort conform art. 5.2.4.1.8.§1.7° van Vlarem II. Daarnaast kan het in huisvuilverbrandingsinstallaties worden verbrand.

Abesco voerde in 2006, i.o.v. de OVAM een studie uit waarin verschillende alternatieve decontaminatietechnieken voor deelstromen van vast RMA, en afval van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) van inperkingsniveau I en II werden gescreend.

  • Lage temperatuursprocessen
    • chemische desactivatie
    • stralingsdesactivatie (gamma, beta)
  • Hoge temperatuursprocessen
    • stoom (autoclaven, microwave)
    • droge hitte

Bronnen

Bijlagen:

Figuur 5: Afvalstoffenfiche niet-risicohoudend medisch afval (NRMA) (OVAM, 2008).

Figuur 6: Afvalstoffenfiche risicohoudend medisch afval (RMA) (OVAM, 2008a).