Kwikdamp-verlichtingselementen

1.1 Definitie

Een kwikdamplamp is een bepaald type fluorescentielamp die gevuld is met kwikdamp en die een helder wit licht geeft. Een fluorescentielamp is een lamp die licht geeft door het oplichten van een fluorescerende laag onder invloed van ultraviolette stralen die opgewekt worden door gasontlading in de lamp. De bekendste voorbeelden zijn de tl-buis en de zogenoemde spaarlampen. Er bestaan tal van soorten kwikdampverlichtingselementen. Meer info over de types, eigenschappen, prestaties, … van spaarlampen kunnen teruggevonden worden op de website http://spaarlampen-info.be/.

Kwikdamp-verlichtingselementen kunnen opgesplitst worden in twee fracties: armaturen en lampen.

De verwerking van kwikdamp-verlichtingselementen houdt risico’s in voor de verspreiding van gevaarlijke stoffen in het milieu, met name door de aanwezigheid van mogelijk PCB-houdende condensatoren in de armaturen, en van kwik in de lampen. De aandacht zal verder toegespitst worden op deze twee aspecten. De Hg-aanwezigheid in de verschillende soorten kwikdamplampen hangt af van merk en kleurtype.
Vroeger werden in TL-armaturen condensatoren toegepast met mogelijk PCB-houdende olie als diëlectricum. Sinds 1986 is de aanmaak en de verkoop van PCB-houdende toestellen echter bij wet verboden, en treedt een uitdovend effect op in het aantal in omloop zijnde PCB-houdende condensatoren. Gezien de lange levensduur is het echter te verwachten dat er nog geruime tijd PCB -houdende condensatoren in gebruik zullen zijn.

Spaarlampen bevatten een kleine hoeveelheid kwik [1]
Een andere manier om het rendement van de fluorescentielampen op te voeren, is geen kwik, maar andere materialen in de buis te gebruiken, zoals Indium halides, die een spectrum uitzenden dat dichter bij het zichtbare licht ligt [2] . Daarbij kan het voor het milieu als schadelijk beschouwde kwik geëlimineerd kunnen worden.

[1] Van Tichelen, P., Vercalsteren, A., Mudgal, S., Turunen, L., Tinetti, B., Thornton, A., Kofod, C., Vanhooydonck, L. (2009). Lot 19: Domestic lighting. Geraadpleeg op 17 oktober 2013, http://www.eup4light.net/assets/pdffiles/Final_part1_2/EuP_Domestic_Part1en2_V11.pdf.

[2] Espacenet (2013). Low pressure gas discharge lamp with an indium-containing gas fill. Geraadpleegd op 25 november 2013, http://worldwide.espacenet.com/publicationDetails/description?CC=DE&NR=10044562&KC=&FT=E

1.2. Hoeveelheden    

Recupel zamelde in 2012 1 362 000 kg gasontladingslampen in (Recupel, 2013a). Hoeveel hiervan kwik(damp)verlichtingselementen waren, is niet geweten.

2.1.  Vlaamse wetgeving

  • Materialendecreet, 23 december 2011: Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
  • VLAREMA, 17 februari 2012: Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

2.2. Europese wetgeving

  • Richtlijn afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)
    • Bijlage 2: Selectieve behandeling van materialen en onderdelen van AEEA overeenkomstig artikel 6, lid 1
    • Bijlage 3: Technische voorschriften overeenkomstig artikel 6, lid 3
  • Richtlijn gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
    • Bijlage 3: Conform de bepalingen van de Europese RoHS (Restriction of Hazardous Substances ofwel beperking van gevaarlijke stoffen) wetgeving mogen nieuwe spaarlampen in 2013 maximum 2,5 mg kwik bevatten. De Europese wetgeving wordt op basis van technologische vooruitgang regelmatig herzien. Wel is er meestal een minimale hoeveelheid kwik nodig om de energie-efficiëntie van de spaarlampen te verzekeren[1]. Voor buislampen ligt de wettelijke norm ligt anno 2013 op 5 milligram kwik per buislamp. Dit zou in het jaar 2014 moeten dalen naar 2,5 milligram per buislamp. Dit is veel lager dan in de TL-buislampen uit de beginjaren. Technologische vernieuwing moet er echter voor zorgen in de toekomst dat het kwikgehalte nog verder zal zakken naar hooguit 1,23 milligram.
  • Richtlijn verwijdering PCB's en PCT's
    • Deze richtlijn heeft tot doel de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake de gecontroleerde verwijdering van PCB's, de reiniging of de verwijdering van PCB's bevattende apparaten en/of de verwijdering van gebruikte PCB's, teneinde op basis van de bepalingen van deze richtlijn te komen tot een volledige verwijdering van PCB's.
 

[1] FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu (2013). Spaarlampen. Geraadpleegd op 17 oktober 2013, http://www.health.belgium.be/eportal/Environment/Products/Electricalandelectronicequipme/energysavingbulbs/index.htm

 

3.1 Inzameling

In het kader van de aanvaardingsplicht zijn handelaars verplicht om afgedankte spaarlampen te aanvaarden indien de persoon die de lamp afdankt bij de desbetreffende handelaar een nieuwe spaarlamp koopt (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu, 2013).

De lidstaten dragen er zorg voor dat inrichtingen of bedrijven waar verwerkingshandelingen worden verricht, de AEEA opslaan en verwerken volgens de technische voorschriften van bijlage 3 van de AEEA-richtlijn.

Daarnaast kan iedereen zijn of haar af te danken lampen als klein gevaarlijk afval (KGA) kwijt in de containerparken. Let er hierbij op dat de lamp niet breekt. De vrijkomende kwikdampen hebben na inhalatie een negatief effect op de gezondheid.

3.2 Voorbehandeling, verwerking en recyclage

De manier van verwerken hangt af van de kwaliteit en de vorm van de lampen. Zo worden de lampen gescheiden in glas van verschillende kwaliteiten, verschillende types fluorescentiepoeder en metaal. Zowel het herbruikbare fluorescentiepoeder als het fijngemalen glas van de beste kwaliteit zijn grondstoffen bij de productie van nieuwe lampen. Het glas van minder goede kwaliteit krijgt andere bestemmingen zoals de glaswolindustrie, verbrandings- en smeltovens … Het metaal wordt gerecycleerd, en het fluorescentiepoeder dat niet in aanmerking komt voor hergebruik, wordt op een milieuverantwoorde manier verwijderd uit onze leefomgeving (Recupel, 2013c).

De verwerking van fluorescentielampen kan op drie verschillende manieren gebeuren: d.m.v. thermische processen, d.m.v. chemische processen m.b.v. uitloging met waterige oplossingen, of d.m.v. stabilisatie (UNEP, 2013). Met deze laatste methode, stabilisatie, kunnen echter geen REE[1]’s uit het behandelde materiaal gerecupereerd worden. In de thermische processen, die efficiënter zijn dan de chemische procédés, wordt het materiaal verwarmd tot een voldoende hoge temperatuur om het kwik te kunnen verdampen. Echter, in eerdere studies is gebleken dat van het kwik in de fosforpoedermatrix blijft, omdat kwik in het fosforpoederresidu van gebruikte fluorescentielampen als Hg0 , Hg+ en Hg2+ aanwezig is. Vooral de zeer sterke interactie tussen het Hg2+ en het aanwezige glas in de fosforpoeders, maakt kwikverwijdering uit het fosforpoeder moeilijk. De thermische verwijdering van dit toxische kwik vereist daardoor hogere temperaturen.

 

In het professioneel verwerkingscentrum van Indaver Relight in Beveren (Doel) vindt een milieuveilige verwerking van o.a. rechte en gebogen TL-lampen plaats.

In de breek-zeef installatie worden alle types van niet-rechte TL-lampen, spaarlampen en andere kwikdamplampen verwerkt. Ook de afgesneden eindjes van de rechte TL-lampen worden hierin verder verwerkt.

De lampen worden verbrijzeld (breek). Een trommelmagneet scheidt de ijzerfractie af. Daarna zorgt een zeef voor het afscheiden van de andere fracties (zeef): de metaalfractie, de glasfractie en het kwikhoudende fluorescentiepoeder. Het glas en de metalen worden dan gecontroleerd en nabehandeld in de nazuiveringskamer om ze volledig kwikvrij te maken. Het glas wordt nuttig toegepast, het metaal wordt gerecycleerd (Indaver, 2013).

[1] Rare earth elements


Figuur 1: Een breek-zeef installatie (Indaver, 2013).


Figuur 2: Een walsbreker (Indaver, 2013).

Het fluorescentiepoeder dat niet in aanmerking komt voor hergebruik en/of voor recyclage van zeldzame aardmetalen wordt in metalen vaten van 200l gestort op een cat.1-deponie zoals deze van Indaver in Antwerpen. In het geval van de cat.1-deponie van Indaver moet het uitloogbare kwik (Hg) in het fluorescentiepoeder, conform de bepalingen in de acceptatiecriteria van de deponie, minder dan 0,6 mg/l bedragen. Indien deze concentratie in het te verwijderen fluorescentiepoeder toch gehaald of overschreden wordt, kan een fysicochemische voorbehandeling in de solidificatie-installatie van Indaver Antwerpen tot een immobilisatie van het uitloogbare Hg leiden. (J. Ornelis, Product Manager Special Sales, persoonlijke communicatie, 3 februari 2014)

Analyseresultaten van de fluorescentiepoeders die in de afgelopen jaren bij Indaver gegenereerd werden, wijzen uit dat de fluorescentiepoeders in ruime mate ontkwikt worden tijdens het lampenrecyclageproces waardoor deze voldoen aan de norm voor uitloogbaar Hg < 6mg/l en een fysicochemische voorbehandeling dus niet nodig is (J. Ornelis, Product Manager Special Sales Indaver, persoonlijke communicatie, 12 februari 2014).

Recupel (2013b) toont op haar site in een filmpje hoe zij de verwerking van afvalfracties, zoals ook fluorescentielampen, aanpakken.

Contact

Referenties