Fotovoltaïsche (PV) panelen

1.1. Definitie

Een zonnepaneel of fotovoltaïsch paneel[1], kortweg PV-paneel is een paneel dat de erop invallende zonne-energie omzet in elektriciteit. Hiertoe wordt een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel gemonteerd. In de praktijk bedraagt de afmeting van een paneel ongeveer 1,6 m² en weegt het circa 22 kg (PV CYCLE, 2013a).

 

[1] Ook de zonnecollector wordt soms onder de noemer van zonnepanelen gerekend, maar deze is op een ander principe gebaseerd, namelijk op opwarming van een erdoorheen stromend medium, meestal water.

 

1.2. Soorten PV-panelen (Spectrum Solar, s.d., Energids, 2012)

Het materiaal dat momenteel het vaakst wordt gebruikt om zonnecellen te produceren, is silicium. Dat materiaal kan in drie vormen voorkomen: monokristallijn silicium, polykristallijn (of multikristallijn) silicium, en amorf silicium.

Deze verscheidenheid aan materiaaltypes levert zonnepanelen op waarvan het type, de prijs, de levensduur en het rendement verschillen. Zo zijn er zonnepanelen van de eerste generatie. Deze maken gebruik van monokristallijn of polykristallijn silicium (rendement van 12 tot 19 %).

De zonnepanelen van de tweede generatie bestaan uit dunnelaag- of dunne-film zonnecellen van amorf silicium. Die benaming geldt ook voor de zonnepanelen op basis van andere materialen die recenter op de markt zijn gekomen: CIS (koper-indium-selenium), CIGS (koper-indium-gallium-selenium), en CdTe (cadmiumtelluride).

De bijzonderheid van de tweede generatie is dat ze gebruik maakt van fijne halfgeleiderlagen (“thin films”). Dat verklaart waarom deze panelen minder duur en esthetischer zijn, maar ook een lager rendement hebben (van 5 tot 11 % lager rendement t.o.v. de eerste generatie).

De zonnepanelen van de derde generatie zijn ondermeer ontwikkeld met polymeer zonnecellen, quantum-dots, dye-sensitized zonnecellen en nanoantennes. Bij de derde generatie zonnepanelen is sprake is van een nog lichter materiaal. Van de derde generatie zonnepanelen zijn de polymeer zonnecellen bij het grote publiek bekend als plastic zonnecellen.

Monokristallijn silicium panelen

Monokristallijne panelen gebruiken kristallijn silicium, een basis halfgeleidermateriaal. Kristallijn silicium wordt geproduceerd in grote platen die in een bepaalde grootte kunnen worden gesneden en gebruikt kunnen worden als één grote cel in een paneel. Metaalstroken over de gehele cel geleiden de elektronen uit de cellen in een elektrische stroom. Monokristallijne panelen zijn duurder om te produceren dan de polykristallijne panelen. De monokristallijne varianten zijn echter zeer efficiënt en zijn als gevolg daarvan vaak meer kosteneffectief op de lange termijn. Monokristallijn panelen hebben typisch een efficiëntie van 15-18 %, hetgeen betekent dat voor elke eenheid van zonne- energie die de cel raakt, het paneel 15-18 % van deze zonne-energie kan converteren in elektrische energie.

Polykristallijn silicium panelen

Polykristallijne of multikristallijn fotovoltaïsche maken gebruik van een reeks cellen in plaats van de enkele grote cel die gebruikt wordt in de monokristallijne panelen. Het nadeel van deze panelen is dat zij per oppervlakte-eenheid een lager rendement (12-14%) hebben in vergelijking met monokristallijne panelen. Er zijn verschillende soorten polykristallijne panelen: ‘Cast Polysilicium’, ‘String Ribbon Silicium’, ‘Amorf silicium of Thin Film Panels’.

Groep III–V – technologieën

De naam van deze technologieën is afkomstig van hun grondstoffen, die in het periodiek systeem gegroepeerd zijn als groep III en groep V elementen. Groep III-V technologieën zijn zeer effectieve, maar dure fotovoltaïsche technologieën. De technologieën maken gebruik van verschillende materialen met hoge conversierendementen van meestal rond 25%. Een typisch materiaal dat in deze technologie gebruikt wordt, is galliumarsenide, dat gecombineerd wordt met andere materialen om halfgeleiders te produceren die kunnen reageren op verschillende soorten zonne-energie. Hoewel deze technologieën zeer effectief zijn, is het huidige gebruik ervan beperkt als gevolg van hun hoge kostprijs. Ze worden voornamelijk gebruikt in ruimtevaarttoepassingen.

Gebouwgeïntegreerde fotovoltaïsche panelen (BIPV)

BIPV-technologieën dienen het tweeledige doel om enerzijds elektriciteit te produceren en anderzijds als een bouwmateriaal te fungeren. Een bepaalde type BIPV integreert semitransparant lagen amorf silicium in glas, dat gebruikt kan worden gebruikt als een vensterruit dat zonlicht in een gebouw binnen laat en tegelijk elektriciteit produceert. Een andere toepassing is het gebruik van fotovoltaïsche panelen met de grootte van grind als dakbedekking. Momenteel hebben BIPV-technologieën meestal een zeer lage efficiëntie, maar ze zijn inzetbaar in plaats van andere bouwmaterialen en zijn beschikbaar in een breed scala van esthetische mogelijkheden.

Concentratorsystemen

Een mogelijke piste om de kost van fotovoltaïsche energieopwekking te verlagen, is door de zonneceloppervlakte te verkleinen en het zonlicht hierop te concentreren met behulp van spiegels en lenzen. Voor deze systemen gebruikt men zonnecellen met een zeer hoog rendement. Het grootste nadeel van deze panelen is dat ze afhankelijk zijn van direct licht om elektriciteit te kunnen produceren, terwijl op zich zelf staande en werkende PV-panelen eveneens indirect licht kunnen valoriseren. Dit systeem is kortom voornamelijk rendabel in regio’s met zeer veel zon. De systemen an sich zijn wel iets goedkoper doordat zonnecellen zelf (die in dit geval in mindere mate nodig zijn) duurder zijn dan de lenzen en spiegels.

Hoge - efficiëntie multi-junctie apparaten

Multi-junctie apparaten gebruiken meerdere lagen zonnecellen waarbij elke laag bepaalde golflengten van de invallende zonne-energie absorbeert. In een typische opstelling reageert de bovenste fotovoltaïsche laag op de hoogenergetische kortegolfzonnestraling. De invallende zonnestralen met een langere golflengte worden gecapteerd door de onderliggende zonnecellen. In deze apparaten worden meestal materialen zoals galliumarsenide en amorf silicium gebruikt. Hoewel er al multi-junctie apparaten met succes zijn gebouwd, bevinden deze apparaten zich momenteel voornamelijk nog in het stadium van onderzoek en ontwikkeling.

Polymere zonnecellen (Luther et al., 2002; Zonnepanelen Energie, s.d.).

Een polymeerzonnecel is een type van flexibele zonnecellen, gemaakt van polymeren[1], die elektriciteit uit zonlicht maken door het fotovoltaïsch effect. Polymere zonnecellen zijn organische zonnecellen (ook wel "plastic zonnecellen" genoemd). Ze zijn een type van dunne film zonnecellen[2].

Vergeleken met siliciumgebaseerde panelen, zijn polymere zonnecellen licht (belangrijk voor kleine autonome sensoren), potentieel wegwerpbaar en goedkoop te fabriceren, flexibel en aanpasbaar op moleculair niveau. Het nadeel van polymere zonnecellen is hun (voorlopig) lagere rendement t.o.v. panelen o.b.v. harde materialen[3]. Ze zijn bovendien relatief gevoelig voor fotochemische afbraak.

Een organische zonnecel is gemaakt op basis van organische polymeren, kortom helemaal anders qua opbouw t.o.v. anorganische siliciumzonnecellen. Het proces om polymere zonnecellen te maken is goedkoper dan dat van siliciumzonnecellen. Een organische zonnecel bestaat uit een combinatie van polymeren en koolstof in de vorm van nanobuisjes en fullerenen. Deze twee liggen in een golvend patroon naast elkaar. Bij bestraling met zonlicht zullen de elektronen in het polymeer opgewekt worden. In de fullerenen zullen ze worden opgevangen en worden afgesnoerd via de nanobuisjes. De nanobuisjes werken als kleine geleiders die een groot vermogen aan elektronen aankunnen.

 

[1] Polymeren zijn ‘grote’ moleculen met herhalende structuureenheden.

[2]Dunne-film zonnecellen worden gemaakt op basis van organische (polymeren en koolstof) of anorganische materialen. Ze zijn 100 tot zelfs 1.000 keer dunner dan de klassieke zonnecellen uit silicium, uiterst flexibel (oprol- en plooibaar) én te gebruiken op uiteenlopende ondergronden (van papier tot textiel). Organische dunne-film zonnecellen zijn bovendien transparant en te verkrijgen in verschillende kleuren. Een belangrijk nadeel van deze nieuwste generatie zonnecellen is echter het beperkte rendement.” (UHasselt, s.d.)

[3] Rendementen van circa 11% lijken zeker haalbaar, maar blijven vooralsnog een uitdaging (Janssen, 2012).

 

1.3. Opbouw

Figuur 1 toont de mogelijke opbouw en werking van een silicium zonnepaneel.

Figure 1: Algemene werking van een zonnecel (Alternative Energy Tutorials, 2014)

Aangezien het gros van de huidige panelen in omloop eerste- en tweedegeneratiepanelen zijn, wordt enkel hierop verder ingegaan. Deze panelen zullen immers het grootste gewichtsvolume uitmaken van de panelen die eerst verwerkt moeten worden.

Een (mono)(poly)(amorf)kristallijn, CIS-, CIGS- en CdTe-PV-paneel bestaat hoofdzakelijk uit 4 grote materiaalfracties:

  • Glas

Tegenwoordig wordt in de meeste PV-technologieën glas gebruikt om de dunne lagen van halfgeleidermateriaal te verpakken, te beschermen tegen de omgeving en ze in een praktische vorm op daken of op de grond te monteren. Ongeveer 80% van het gewicht van een PV-paneel is afkomstig van het gebruikte glas.

  • Halfgeleiders

Door het toepassen van speciale materialen, de zogenaamde halfgeleiders, kunnen de fotovoltaïsche cellen op een zonnepaneel zonne-energie omzetten in elektriciteit. Halfgeleidermaterialen dragen slechts voor een klein deel bij tot het gewicht van een zonnepaneel (tussen de 1 en 2%). Door de toepassing van nieuwe productieprocessen en technologieën zullen fabrikanten van PV-panelen steeds dunnere lagen halfgeleiders gaan gebruiken.

Het meest gebruikte halfgeleidermateriaal voor de constructie van fotovoltaïsche cellen is silicium. Monokristallijn, multikristallijn en vormloos (amorf) silicium wordt hiervoor gebruikt. Andere gebruikte materialen voor de bouw van fotovoltaïsche cellen zijn polykristallijne dunne films zoals koper-indium diselenide (CuInSe2) en cadmium telluride (CdTe) (PV CYCLE, 2013a).

  • Metalen en kunststoffen

Naast de belangrijkste materialen in PV-panelen, glas en halfgeleiders, bevatten PV-panelen ook ferro en non-ferro metalen en kunststoffen voor verbindingen, draden, frames of laminaten.

Ongeveer 10% van het totaalgewicht van een zonnepaneel ligt bij de gebruikte metalen. Vooral aluminium en koper worden momenteel gebruikt bij de productie van PV-panelen.

1.4. Hoeveelheden          

PV CYCLE, de vzw achter het pan-Europese PV-terugname- en recyclagesysteem, gaat ervan uit dat fotovoltaïsche (PV) panelen een technische levensduur van 30 jaar hebben. Een belangrijke deel van de PV-capaciteit werd pas in de jaren ’90 is geïnstalleerd. Bijgevolg verwacht PV CYCLE in Europa een aanzienlijk aantal afgedankte PV-panelen in de komende 10-15 jaar.

De voorspelling van de toekomstige hoeveelheid afgedankte PV-panelen hangt af van een aantal factoren. De belangrijkste factoren die de hoeveelheid geproduceerd afval beïnvloeden zijn transportschade, installatieschade, gevallen van garantie en de PV-panelen op het einde van hun levensduur.

Momenteel hebben slechts 1% van alle ingezamelde fotovoltaïsche (PV) modules effectief het einde van hun levensduur bereikt. De meeste ter verwerking verzamelde PV-modules hebben transport- of installatieschade als reden van verwerking (PV CYCLE, 2013a).

Figuur 1: Absolute hoeveelheid verwerkte afgedankte PV-panelen in periode 2010-2013 (PV CYCLE, 2013b).

Figuur 2: Percentuele verdeling van het totaal door PV CYCLE behandelde afgedankte zonnepanelen, per PV-technologie (PV CYCLE, 2013b).

2.1. Vlaamse wetgeving

Het Vlaamse deel van België (Vlaanderen) heeft reeds een terugnameplicht voor fotovoltaïsche (PV) modules sinds 1 januari 2013. Momenteel lopen onderhandelingen tussen de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij met de vertegenwoordigers van de Belgische fotovoltaïsche industrie om een milieubeleidsovereenkomst (MBO) voor afgedankte fotovoltaïsche panelen af te sluiten. Deze overeenkomst wordt uitgevoerd door de regering met de industrie en bevat de gedetailleerde beschrijving van de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid binnen de context van ‘Afgedankte elektrische en elektronische apparaten’ (AEEA). De generieke en formele omzetting van de AEEA in Vlaamse materialenwetgeving ('Vlarema') is in behandeling.

Terwijl de juridische begindatum voor de inzameling en recyclage van fotovoltaïsche modules in het Vlaamse gewest 1 januari 2013 was, zal de operationele begindatum ergens in 2014 liggen, op het moment dat alle drie gewesten hun akkoord hebben gegeven over de inhoud van de MBO (Solar Waste, 2013a).

Op 17 februari 2012 keurde de Vlaamse regering het VLAREMA definitief goed. Hierbij wordt de aanvaardingsplicht voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen ingevoerd vanaf 1 januari 2013.

In het VLAREMA wordt op het vlak van inzameling opgelegd dat alle beschikbare afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen ingezameld moeten worden. De doelstelling inzake verwerking is dat alle ingezamelde afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen moeten worden verwerkt met toepassing van de beste beschikbare technieken voor nuttige toepassing.

Momenteel werken de (federaties van) producenten en invoerders van fotovoltaïsche zonnepanelen samen met de OVAM aan een milieubeleidsovereenkomst (MBO), waarin wordt overeengekomen op welke wijze de sector preventie, selectieve inzameling en verwerking zal realiseren, hoe het collectieve systeem gefinancierd zal worden en er gerapporteerd zal worden.

Als alternatief op de collectieve regeling via een MBO kunnen bedrijven ook op individuele basis uitvoering geven aan de aanvaardingsplicht. In dat geval moet een bedrijf een individueel afvalpreventie- en afvalbeheerplan indienen dat moet worden goedgekeurd door de OVAM. Aangezien fotovoltaïsche zonnepanelen onder het toepassingsgebied vallen van de recent herziende AEEA-richtlijn, zullen de wettelijke bepalingen ervan na implementatie van deze richtlijn in het VLAREMA ook van toepassing zijn op afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen (OVAM, 2013).

  • Materialendecreet, 23 december 2011: Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
  • VLAREMA, 17 februari 2012: Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
    • Artikel 3.1.1. Lijst van afvalstoffen waarvoor een vorm van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt.
    • Onderafdeling 3.4.9. Afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen

2.2. Europese wetgeving

De Europese richtlijn ‘afgedankte elektrische en elektronische apparatuur’ (AEEA) uit 2003 regelt de verwerking van elektrisch en elektronisch afval aan het einde van hun levenscyclus. De richtlijn is tweemaal herzien (in 2008 en 2012). De herzieningen resulteerden in een vergrote groep producten die onder de toepassing van de richtlijn vallen. Fotovoltaïsche (PV) panelen werden als product geïntroduceerd in de laatste herziening van 2012.

AEEA stelt de fundamentele rechtsregels en de verplichting vast m.b.t. de inzameling en recyclage van fotovoltaïsche panelen in de Europese Unie, inclusief doelstellingen voor minimale inzameling en terugwinning. Tot de dag van vandaag, heeft AEEA geen betrekking op de verwijdering van thermische zonnepanelen (bv. voor de opwekking van warm water) (Solar Waste, 2013b).

De uiterste termijn voor regionale omzetting van de Europese AEEA-richtlijn is februari 2014 (PV CYCLE, 2013a).

 

PV-panelen komen voor recyclage in aanmerking als ze aan de eind van hun economische of technische levensduur zijn, of doordat ze tussentijds beschadigd zijn geraakt en daardoor niet meer functioneren (PV CYCLE, 2013a).

De Europese Unie heeft besloten om de praktijk van de "uitgebreide producentenverantwoordelijkheid" ook voor PV-panelen toe te passen. Dit betekent dat het aan de producenten van de PV-panelen is om afgedankte exemplaren te verzamelen en ze op het einde van hun levenscyclus te verwerken ( inzamelpunten op http://www.pvcycle.org/).

Een PV-module bestaat uit ongeveer 80% glas. Daarom kan de vlakglasrecyclage-industrie dit product in hun huidige recyclagelijnen behandelen. Vanwege soortgelijke morfologie, structuur en samenstelling van PV-panelen en vlakglasproducten, kan een recyclage-instantie profiteren van belangrijke synergiën en mogelijkheden hieromtrent (PV CYCLE, 2013a).

Om de milieu-impact van het gebruik van PV-panelen voor elektriciteitsproductie tot een minimum te beperken, moet via hergebruik en recyclage de materiaalketen uitgebouwd worden tot een zoveel mogelijk gesloten kringloop. Om materiaalkringlopen afkomstig van PV-panelen volledig te kunnen sluiten, is er nog verbetermarge, al reikt het recyclagerendement van bepaalde PV-paneelafvalstromen nu al tot 90% voor silicium en tot 95% voor niet-silicium PV-panelen.

PV-panelen bevatten veel waardevolle materialen zoals aluminium, zilver en silicium. Door PV-panelen te recycleren is het mogelijk om deze kostbare materialen terug te winnen en voor hergebruik geschikt te maken.

Een non-profit organisatie die zich bezig houdt met recycling van zonnepanelen is PV CYCLE (http://www.pvcycle.org/) dat het inzamelen, transporteren en verwerken van zonnepanelen namens een deel van de producenten van zonnepanelen voor haar rekening neemt.

Figuur 3 geeft schematisch een mogelijke opbouw van een recyclage-installatie voor CIGS-PV panelen weer.

Figuur 3: Schematische opbouw van recyclage-installatie voor CIGS-PV-panelen (Appropedia, 2012).

3.1. Voorbehandeling

Bij de silicium PV-panelen worden de aluminium frames en aansluitdozen voor de verwerking handmatig gedemonteerd.

Zowel silicium als niet-silicium panelen worden vermalen. De verschillende fracties worden vervolgens gesorteerd. 

3.2. Verwerking en recyclage

De opbouw van de PV-panelen, al dan niet met silicium semiconductoren (halfgeleiders), bepaalt grotendeels de wijze van recyclage.

  • Silicium PV-panelen. Na de voorbehandeling (het verwijderen van het frame en de verbindingendoos) en vershreddering (versnippering) & sortering worden de resulterende afvalfracties verwerkt in een vlakglas- en een semiconductorenrecyclagelijn.

De in dit recyclageproces gevormde fracties zijn ferro en non-ferro metalen, glas, siliconen en kunststof. Het totaal gemiddelde recyclagequotum ligt tussen 80 en 90% (o.b.v. gewicht en afhankelijk van de recycling-technologie). Het van PV-modules afkomstige glas wordt gemengd met standaard glasscherven.

Deze verwerkte glasstroom vindt gedeeltelijk een toepassing in glasvezel of isolatieproducten en gedeeltelijk in glazen verpakkingsproducten. De metalen, silicium en kunststoffen kunnen worden gebruikt voor de productie van nieuwe grondstoffen (PV CYCLE, 2013a).

  • Niet-silicium PV-panelen (bv. CIS[1], CIGS[2] & CdTe[3]). Hierbij vereist het recyclageproces het gebruik van verschillende technologieën, afhankelijk van het type halfgeleider dat in het zonnepaneel gebruikt is. Alle types worden eerst vermalen en gesorteerd in verschillende fracties. De glasfractie wordt op gelijke wijze als bij silicium PV-panelen verwerkt.

Panelen met CadmiumTelluride (CdTe) worden vervolgens ondergedompeld in chemische baden om de verschillende halfgeleidende materialen te scheiden (zie Figuur 4). Hierdoor is een recuperatie van 95% van de halfgeleidercomponenten mogelijk. Recyclagetechnologieën voor dit type panelen zijn in de afgelopen jaren sterk toegenomen.

Voor fotovoltaïsche modules gebruik makend van halfgeleiders uit koper indium selenide (CIS) en koper indium gallium (di) selenium (CIGS) wordt een behandeling in een vergelijkbaar chemisch bad toegepast.

Figuur 4: Een schematisch overzicht van een CdTe-PV-paneelrecyclageproces (UNEP, 2013)

[1] Koper-indium-selenide of CIS (van het Engelse copper indium selenide) is een halfgeleidermateriaal voor de productie van zonnecellen dat bestaat uit koper, indium en seleen.

[2] Koper-indium-gallium(di)selenide of CIGS (van het Engelse copper indium gallium selenide) is een  halfgeleidermateriaal voor de productie van zonnecellen dat bestaat uit koper, indium, gallium en seleen.

[3] CdTe is de afkorting van cadmiumtelluride. PV-modules die hieruit vervaardigd zijn leveren een lager rendement dan traditionele siliciumzonnecellen, maar worden geproduceerd tegen vele malen lagere kosten.

 

Contact

Referenties