Bouw- en sloopafval

1.1 Definitie

Bouw- en sloopafval zijn alle afvalstoffen die afkomstig zijn van het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en constructies of van de aanleg en opbraak van wegen en verhardingen. Uitgegraven bodem die tijdens werken vrijkomt, valt hier buiten beschouwing.
Bouw- en sloopafval bestaat hoofdzakelijk uit 2 grote fracties:

  • de steenachtige fractie. Deze ‘puinfractie’ wordt bij puinbrekers verwerkt tot gerecycleerde granulaten. Er zijn verschillende soorten gerecycleerde granulaten: betongranulaat, metselwerkgranulaat, menggranulaat geproduceerd (minimaal 40% betonpuin) ), asfaltgranulaat (al dan niet teerhoudend) en de respectievelijke zeefzanden.
  • de niet-steenachtige fractie (ca. 5 % als gewichtspercentage).  Deze fractie bestaat uit houtafval, kunststoffen, oude metalen en wapeningsijzer, papier en karton, gipsafval, glas, cellenbeton, bitumineuze materialen zoals dakbedekkingen, isolatie e.d.

Tabel 1. Beschrijving van soorten gerecycleerde granulaten (MDO, 2013).

Onderscheiden soorten  van gerecycleerde granulaten Beschrijving
Asfaltgranulaat voor nieuw asfalt is afkomstig van het opbreken en/of affrezen van de top van asfaltverhardingen. Door de hoge zuiverheid van deze fractie is ze goed toepasbaar in nieuwe asfalttoepassingen in de wegenbouw.
Asfaltgranulaat is afkomstig van het opbreken en/of affrezen van asfaltverhardingen, maar is minder zuiver dan asfaltgranulaat voor hergebruik in nieuw asfalt en wordt daarom ingezet in funderingen en stortklaar beton.
Betongranulaat is afkomstig van het breken en zeven van zuiver, al dan niet gewapend beton. Het granulaat heeft goede mechanische eigenschappen en vormt daardoor een waardevolle fractie.
Menggranulaat is een mengsel van beton- en metselwerkpuin in een verhouding van 40/60 tot 60/40. Om als grondstof in de wegenbouw gebruikt te worden moet het aandeel betonpuin minimaal 40% bedragen (SB 250), om voldoende mechanische sterkte te hebben.
Metselwerkgranulaat is afkomstig van de verwerking van metselwerk, dakpannen, etc. De mechanische sterkte is gering. Door het grote percentage onzuiverheden is ook het bewerkingsproces moeilijk. Er is minder vraag naar dit soort granulaat.
Brekerzand zijn alle fracties die vrijkomen bij het afzeven van puin of gebroken puin van brekers.
Sorteer en brekerzeefzand zijn alle fracties die vrijkomen bij het afzeven van puin of gebroken puin van sorteerders. Dit afzeven gebeurt dus vóór het effectief breken van het bouw- en sloopafval.

Bouw- en sloopafval waarvan de steenachtige fractie verontreinigd is met  reststoffen noemt men vaak containerafval of ook nog gemengd bouw- en sloopafval. Dit afval moet worden gesorteerd om de verschillende afvalstromen te kunnen recycleren.

Ongeveer 90% van het bouw- en sloopafval wordt vandaag gerecycleerd (OVAM, 2013). Voor sommige materiaalstromen is er nog geen hergebruik of recyclage-initiatief genomen voor het sluiten van de materiaalkringloop of is het bestaande inzamelsysteem te kleinschalig of onvoldoende gekend (OVAM, Recyclage van specifieke bouwafvalstromen, 2012).

1.2 Hoeveelheden

Uit het jaarverslag van het Monitoringssyteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO, 2013) blijkt dat er in 2011 in totaal 12,6 Mton gerecycleerde granulaten in Vlaanderen op de markt werden gebracht door Vlaamse bedrijven. Voor deze stromen werd er een onderscheid gemaakt in het type granulaat (Tabel 2). De resultaten worden weergegeven voor zowel gerecycleerde granulaten geproduceerd op een vaste locatie als geproduceerd op een bouw- of sloopwerf.

Tabel 2. De totale geproduceerde hoeveelheden per soort gerecycleerd granulaat in Vlaanderen in 2011 – COPRO en Certipro (MDO, 2013).

Hoeveelheid in kton Vaste installatie Mobiele installatie totaal %
Asfaltgranulaat voor nieuw asfalt 663   663 5%
Asfaltgranulaat 466 97 563 4%
Betongranulaat 3.397 832 4.229 33%
Menggranulaat 3.686 486 4.173 33%
Metselwerkgranulaat 278 33 311 2%
Zeefzand 2.064 241 2.305 18%
Andere 341 48 389 3%
Totaal 10.895 1.739 12.633 100%

Het aantal gerecycleerde granulaten (gecertifieerd door COPRO en Certipro) is in de laatste jaren sterk toegenomen. Figuur 1 geeft een overzicht van de evolutie van deze gerecycleerde granulaten sinds 1997. De vraag naar bepaalde gerecycleerde granulaten kan variëren in de tijd en van streek tot streek. Gerecycleerde granulaten worden dikwijls ingezet in grote infrastructuurwerken. Deze zijn locatiegebonden en beperkt in de tijd. Om die reden kan er een discrepantie zijn tussen vraag en aanbod en is er op de ene plaats een overaanbod en op de andere plaats een tekort aan een bepaald product (MDO, 2013).

Figuur 1. Evolutie van de geproduceerde gerecycleerde granulaten uit bouw- en sloopafval (COPRO&Certipro) (MDO, 2013).

2.1 Vlaamse wetgeving

Voor het gebruik van gerecycleerde granulaten is geen grondstofverklaring vereist. Gerecycleerde granulaten moeten wel voldoen aan artikel 2.3.2.1 en 2.3.2.2 van VLAREMA en moeten gecertificeerd worden overeenkomstig het eenheidsreglement. Het eenheidsregelement is goedgekeurd op 25 juli 2011 door de minister en is vanaf 23 november 2011 van kracht. Het eenheidsreglement heeft zowel betrekking op het acceptatiebeleid, de productie van gerecycleerde granulaten als op de afvoermodaliteiten van de gerecycleerde granulaten. Het is gebaseerd op zelfcontrole met een externe keuring door een certificatie-instelling (COPRO of certipro).

Het eenheidsreglement heeft voornamelijk de bedoeling de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten te verhogen.

De invoering van het webgebaseerd informatiesysteem voor mobiele brekers zoals voorzien in het eenheidsreglement zal het illegaal breken van puin moeilijker maken en kan een invloed hebben op de totale productie aan gerecycleerde granulaten onder het eenheidsreglement.
Ten slotte zal het BENOR-keurmerk voor de certificatie van hoogwaardig betongranulaat voor gebruik in beton van 23 oktober 2012 het gebruik van betongranulaten in hoogwaardige toepassingen doen stijgen (MDO, 2013).

  • Materialendecreet, 23 december 2011: Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
  • VLAREMA, 17 februari 2012: Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
  • Sectoraal Uitvoeringsplan: Milieuverantwoord materiaalgebruik en afvalbeheer in de bouw. OVAM, 2007.
  • Vanaf 2014 is een bindend beleidskader nodig om het duurzaam materialenbeheer in de bouwsector verder in goede banen te leiden. Het beleidsprogramma ‘materiaalbewust bouwen in kringlopen’ (preventieprogramma duurzaam materialenbeheer in de bouwsector 2014-2020) schetst het kader met doelstellingen en ambities voor het duurzaam materialenbeheer in de bouwsector vanaf 2014 tot 2020. Het levert ook een bijdrage tot de uitwerking van het Vlaams Materialenprogramma. Het omvat een bondige inleiding die het maatschappelijk, economisch en beleidsmatig kader schetst waarin het beheer van materialen zich zal ontwikkelen in de periode tot 2020. Momenteel kan een ontwerp van het preventieprogramma duurzaam materialenbeheer in de bouwsector 2014-2020 geraadpleegd worden.
  • M.B. Eenheidsreglement gerecycleerde granulaten, van kracht vanaf 23 november 2011.

Door de invoering van de subafdeling 5.2.2.4bis in VLAREM II (besluit Vlaamse regering van 23 december 2011 – van kracht op 31 maart 2012) kan onder bepaalde voorwaarden een klasse 3-melding volstaan voor het breken van puin met een mobiele installatie op een bouw- en sloopwerf. Het is niet duidelijk of deze vereenvoudiging in de vergunningsprocedure zal leiden tot een groter aandeel van de productie van gerecycleerde granulaten op een bouw- en sloopwerf ten opzichte van de productie op een vaste locatie.

  • VLAREM II, Subafdeling 5.2.2.4bis. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van afvalstoffen, afkomstig van één specifiek bouw- en sloopwerf of wegenwerk, waarbij minstens 50% van de stoffen na behandeling nuttig worden aangewend op de plaats van ontstaan, waarbij de inrichting niet langer dan één jaar in exploitatie zal zijn en waarbij de inrichting zich op maximaal 1.000 m van het wegenwerk bevindt of ter plaatse (op het perceel zelf of op een aangrenzend perceel) van de bouw- en sloopwerf.

2.2. Europese wetgeving

Bouw- en sloopafval is een van de grootste afvalstromen geproduceerd in de EU, ca. 25-30% van alle afval in de EU. Bovendien bestaat het uit heel wat verschillende materialen, bv. asfalt, stenen, gips, hout, glas, metalen, plastic, solventen, asbest. Hoewel veel van deze materialen kunnen gerecycleerd worden, varieert het niveau van hergebruik en recyclage sterk tussen de verschillende lidstaten, tussen 10% en 90%. Voor meer informatie over de huidige status in de EU verwijzen we naar de website van het European Topic Centre on Sustainable Consumption and Production.

Een beleidskader om de grondstoffenefficiëntie te verhogen is een van de doelstellingen van de  Waste Framework Directive (2008/98/EC). Meer bepaald Art. 11.2, waarin lidstaten worden aangespoord om tegen 2020 het niet-gevaarlijk bouw- en sloopafval voor minstens 70% (gewichtspercentage) te hergebruiken, recycleren of in te zetten als andere nuttige toepassingen. 

3.1. Inzameling

Bouw- en sloopafval kan door de producent (aannemer) worden afgevoerd naar de sorteerder. Zuivere fracties kunnen ook rechtstreeks naar de breker worden afgevoerd, waar het aan de acceptatiecriteria van de installatie moet voldoen. De ophaling gebeurt ook door een geregistreerd inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar voor niet-gevaarlijke afvalstoffen (bouw- en sloopafval). Overzicht van ophalers van bouw- en sloopafval (trefwoorden: ‘ophalen en verwerven’ en ‘bouwafval’).

Het bouw- en sloopafval van particulieren wordt in containerparken verzameld.

3.2.Voorbehandeling

Bouwafvalstoffen worden best aan de bron reeds gescheiden door het selectief slopen en/ontmantelen. De selectieve sloop en/of ontmanteling van gebouwen levert een duidelijk milieuvoordeel op. Door het apart inzamelen van alle gevaarlijke én niet-gevaarlijke afvalstoffen die vrijkomen bij het slopen en/of ontmantelen van gebouwen, ontstaan zuivere afvalstromen die maximaal kunnen benut worden door ze te recycleren en opnieuw te gebruiken. Deze zuivere stromen moeten veelal geen (dure) voorbehandeling ondergaan voor ze verwerkt kunnen worden tot nieuwe grondstoffen. Het opstellen van een sloopinventaris bij de sloop of ontmanteling van grote gebouwen is in vele gevallen verplicht (art. 4.3.3 van VLAREMA).

Nadat het gemengd bouw- en sloopafval naar een sorteerder is afgevoerd, maakt deze er zuivere deelstromen van, die vervolgens naar de verwerkende industrie gaan. Een sorteerder combineert in vele gevallen het sorteren met een containerdienst voor het ophalen van het bouw- en sloopafval. Recycleerbare deelstromen worden naar de verwerker/breker gebracht terwijl de restfractie wordt gestort op categorie 2 stortplaatsen of verbrand.

3.3. Verwerking

Zuiver steenpuin van het bouw- en sloopafval wordt rechtstreeks of na het sorteren naar een vergunde breekinstallatie afgevoerd. Het puin wordt afgevoerd naar een ‘vaste locatie’ of kan ook ter plaatse verwerkt worden tot gerecycleerde granulaten. Het eenheidsreglement voorziet een onderscheid tussen productie op een vaste locatie en productie op een bouw- en sloopwerf. Om te vermijden dat veel verontreinigen in het puin aanwezig zijn, hanteert de breker een acceptatiebeleid (zie eenheidsreglement). De geproduceerde gerecycleerde granulaten moeten voldoen aan VLAREMA om als grondstof op de markt gebracht te kunnen worden. De kwaliteit van de geproduceerde granulaten wordt gegarandeerd door een certificatie overeenkomstig het eenheidsreglement (COPRO en Certipro), dat volgens het VLAREMA verplicht is.

De fractie van verontreinigd steenpuin wordt afgevoerd naar een fysicochemische reinigingsinstallatie of gestort. Er bestaat een stort- en verbrandingsverbod op ongesorteerde bedrijfsafvalstoffen en op (selectief ingezamelde) afvalstromen die in aanmerking komen voor nuttige toepassing of materiaalrecyclage. Stromen als houtafval, kunststoffen, metalen, papier en karton worden afgevoerd voor recyclage.

3.4.Gebruik van gerecycleerde granulaten

Na sortering en breking kunnen de gerecycleerde granulaten in aanmerking komen voor gebruik als grondstof. De gerecycleerde granulaten worden voornamelijk ingezet in de wegenbouw en voor infrastructuurwerken. Ze worden hierbij ingezet als alternatief voor primaire delfstoffen.

Het asfaltgranulaat dat onder het eenheidsreglement wordt gecertificeerd omvat ook een deel 'teerhoudend asfaltgranulaat', in VLAREMA gedefinieerd als 'asfaltgranulaat dat bij gebruik van de pak-spray-test een gele verkleuring vertoont'. Overeenkomstig art. 5.3.3.4 van VLAREMA mag dit asfaltgranulaat niet vrij in gelijk welk werk gebruikt worden. Het mag enkel op koude wijze gebruikt worden in geïnventariseerde werken van minstens 1.500 m³ in een fundering die bestaat uit asfaltcement. In 2012 werd volgens cijfers van COPRO iets meer dan 70 000 ton teerhoudend asfaltpuin verwerkt door in totaal 10 bedrijven op 12 locaties. Dit gerecycleerd granulaat werd vervolgens verwerkt op 24 werven.

3.5. Recyclage

Om de impact van bouwen tot een minimum te beperken, moet via hergebruik en recyclage de materiaalketen uitgebouwd worden tot een zo optimaal mogelijk gesloten kringloop. Om materiaalkringlopen in de bouw hoogwaardig te kunnen sluiten, zijn er nog veel uitdagingen. Heel wat (selectief ingezamelde) afvalstromen uit het bouw- en sloopafval komen in aanmerking voor een nuttige toepassing of materiaalrecyclage. Enkele specifieke bouwafvalstromen vinden steeds meer hun weg naar hoogwaardige toepassingen: cellenbeton, dakbitumen, kunststoffen, vlak glas, minerale isolatie (rots- en glaswol), hout en gips en gipskartonplaten.

zeven

Figuur 2: A. zeefstap (60 mm); B. visuele scheiding van fractie >60 mm; C. output windzifter; D. output zeefzand.

4.    Referenties en contactpersonen