Afgedankte voertuigen

1.1. Definitie

Afgedankte voertuigen zijn alle personenwagens en lichte bestelwagens met een maximale totale massa van 3,5 ton die de houder afdankt of moet afdanken. De houder of eigenaar dankt een voertuig af als het zal worden gedemonteerd voor onderdelen of op een andere manier niet meer wordt gebruikt. De houder is bovendien verplicht zijn voertuig af te danken als:

  • hij binnen de maand niet alle boorddocumenten kan voorleggen waarover hij moet beschikken (keuringsbewijs en inschrijvingsbewijs);
  • het keuringsbewijs meer dan een jaar verstreken is;
  • het voertuig 5 jaar oud is en niet gekeurd werd;
  • het voertuig total loss is verklaard.

Uitzonderingen hierop zijn:

  • old-timers die ingeschreven zijn in het repertorium van de motorvoertuigen en de aanhangwagens of voertuigen met een historische waarde ouder dan 25 jaar die zich slechts bij uitzondering op de openbare weg bevinden;
  • voertuigen die als verzamelobject met duidelijke zorg, minstens overdekt en voorzien van een lekbak onder potentieel lekkende mechanische onderdelen bewaard worden;
  • voertuigen die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek of een inbeslagname en die nog niet vrijgegeven zijn;
  • voertuigen die gebruikt worden voor didactische doeleinden bij bijvoorbeeld scholen en de brandweer;
  • voertuigen die gebruikt worden voor rallycross, op voorwaarde dat het rallycrossvoertuig:
    • is voorzien van de nodige verstevigingen (rolkooi of houten verstevigingsbalken);
    • alle glas gedemonteerd is;
    • de binnenbekleding met uitzondering van bestuurderszetel gedemonteerd is.

De houder moet zijn afgedankte voertuig inleveren bij een erkend centrum binnen de volgende termijnen:

  • 2 maanden bij het ontbreken van de boorddocumenten;
  • 2 jaar na vervaldatum van het keuringsbewijs;
  • 2 jaar na de eerste datum tot verplichte keuring bij een nooit gekeurd voertuig;
  • 2 jaar nadat het voertuig total loss is verklaard.

Voertuigwrakken zijn alle gemotoriseerde transportmiddelen, behalve vaartuigen, die afvalstoffen zijn. Het kunnen zowel afgedankte voertuigen zijn als andere afgedankte gemotoriseerde transportmiddelen zoals afgedankte vrachtwagens en bussen.

Het onderscheid tussen beide termen is belangrijk om de verplichtingen te kennen per type afgedankt transportmiddel. Vermits men in VLAREM van voertuigwrakken of afgedankte voertuigen spreekt, gelden de vergunningsplicht en de daaraan gekoppelde algemene en sectorale voorwaarden voor alle afgedankte gemotoriseerde transportmiddelen. In VLAREMA gelden de aanvaardingplicht en de erkenningsplicht bij het behandelen enkel voor afgedankte voertuigen.

1.2. Hoeveelheden         

Volgens het jaarverslag van Febelauto, het beheersorganisme voor afgedankte voertuigen, werden er in 2012 in België 160.615 afgedankte voertuigen (AGV) ingezameld (waarvan 50,6% in Vlaanderen).

Tabel 1. Afgedankte voertuigen in 2012 (Febelauto, 2013)

Gewesten

Aantal

%

Massa (ton)

Brussel

18.523

11,5

15.215

Vlaanderen

81.221

50,6

82.434

Wallonië

60.871

37,9

61.132

TOTAAL

160.615

100

158.781

 

Het aantal ingezamelde AGV kende een lichte daling van 3% in 2012 ten opzichte van 2011 (Figuur 1). Deze daling is echter beduidend kleiner dan de daling van het aantal nieuwe inschrijvingen in 2012 (15%).

Figuur 1. Aantal ingezamelde afgedankte voertuigen in België (Febelauto, 2013).

Volgens schattingen van Febiac, de federatie van voertuigproducenten en –invoerders bereikt Febelauto hiermee 70% inzameling van het potentieel.

2.1. Vlaamse wetgeving

Alle afgedankte voertuigen moeten ingeleverd worden bij een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen of bij een door de eindverkoper aangeduid punt van inontvangstname dat zich in de nabijheid bevindt (zie lijst van erkende centra afgedankte voertuigen).

Het opslaan en/of verwerken van voertuigwrakken kan niet zonder een milieuvergunning. Een klasse 1, 2 of 3 vergunning hangt af van het aantal voertuigwrakken of afgedankte voertuigen (of gewicht) en  of deze al dan niet vloeistoffen of andere gevaarlijke onderdelen bevatten (zie rubriek 2.2.2 d), bijlage 1 van VLAREM I).

Voor het ophalen van afgedankte voertuigen bij derden beschik je over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar en bent u opgenomen in het register van geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars. De voorwaarden tot het bekomen van de registratie zijn onder meer afhankelijk van de depollutie van de afgedankte voertuigen.

Voor het vervoeren van afgedankte voertuigen in opdracht van een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar, beschik je over een registratie als vervoerder en bent u opgenomen in het register van vervoerders. Het vervoeren van mengpartijen (tweedehands voertuigen en afgedankte voertuigen) wordt beschouwd als het vervoeren van afvalstoffen. De enige uitzondering hierop zijn takeldiensten
van afgedankte voertuigen met een andere bestemming dan een verwerkingsinrichting voor afgedankte voertuigen. Een transport van afvalstoffen moet bovendien vergezeld zijn van een identificatieformulier.

Export van voertuigwrakken is gebonden aan procedures conform de EG-Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen en is enkel toegelaten onder zeer strikte voorwaarden. Deze zijn onder meer afhankelijk van de depollutie van het voertuigwrak en het land van bestemming.

Artikel 3.4.4.2 van VLAREMA bepaalt dat de verwerking van, de met toepassing van de aanvaardingsplicht, ingezamelde afgedankte voertuigen ertoe moet leiden dat:

  • uiterlijk op 1 januari 2006 moet :
    • minimaal 85 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of nuttig toegepast;
    • minimaal 80 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd;
  • uiterlijk op 1 januari 2015 moet :
    • minimaal 95 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of nuttig toegepast;
    • minimaal 85 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of gerecycleerd.

2.2. Europese wetgeving

De verwerking en recyclage van afgedankte voertuigen wordt op Europees niveau geregeld in de richtlijn 2000/53/EG. De basisfilosofie achter de Europese richtlijn is dat de impact van afgedankte voertuigen op het leefmilieu beperkt moet blijven. Door dit op te leggen aan alle landen van de Europese Unie wordt de goede werking van de interne markt verzekerd en kunnen concurrentiebeperkingen vermeden worden.

Belangrijke basisprincipes zijn:

  • Preventie – Het ontstaan van afvalstoffen moeten we tot een minimum beperken en vermijden waar mogelijk. De richtlijn legt o.a. beperkingen op in gebruik van bepaalde materialen in de productie van voertuigen.
  • Inzameling en verwerking – De afvalstoffen die niet kunnen worden vermeden, moeten worden ingezameld en optimaal worden verwerkt. De Richtlijn legt op dat alle afgedankte voertuigen moeten worden ingezameld door vergunde verwerkers. De richtlijn legt ook recyclagedoelstellingen en miminumvoorschriften voor verwerking op.
  • Verantwoordelijkheid – Het principe van de vervuiler betaalt past de richtlijn toe door een kostenloze terugnameplicht van afgedankte voertuigen op te leggen. De richtlijn stelt ook een producentenverantwoordelijkheid als mogelijkheid voor de lidstaten.
  • Duurzaamheid –Naar de toekomst toe is het belangrijk om duurzaam met middelen, grondstoffen en materialen om te springen. Dat vergt inspanningen van iedereen die bij deze problematiek betrokken is.

De inzameling en verwerking van afgedankte voertuigen verloopt algemeen de volgende stappen:

3.1. Inzameling

Alle afgedankte voertuigen moeten ingeleverd worden bij een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen of bij een door de eindverkoper aangeduid punt van inontvangstname dat zich in de nabijheid bevindt (zie lijst van erkende centra afgedankte voertuigen). De inlevering is gratis als het voertuig alle onderdelen bevat noodzakelijk voor het functioneren van het voertuig en het voertuig geen andere afvalstoffen bevat dan deze die eigen zijn aan het voertuig. Bij inlevering moet het voertuig vergezeld zijn van de boorddocumenten. Dit zijn het inschrijvingsbewijs en het keuringsbewijs.

Het erkend centrum levert een certificaat van vernietiging af. Het punt van inontvangstname dat geen erkend centrum is levert een bewijs van afgifte. Het certificaat van vernietiging of het bewijs van afgifte dient als bewijs van een correcte inlevering.

3.2. Voorbehandeling en hergebruik

Onder het voorbehandelen van afgedankte voertuigen verstaan we het aflaten van vloeistoffen, demonteren van onderdelen en het verkleinen door het indrukken, pletten, knippen, .... Vooraleer afgedankte voertuigen enige vorm van behandeling of verkleining krijgen, dienen ze gedepollueerd te worden. Het erkende centrum moet de afgedankte voertuigen namelijk ontdoen van alle vloeistoffen (olie, remvloeistof, koelmiddel,…) en bepaalde onderdelen (batterijen, katalysator, …). Gevaarlijke en niet gevaarlijke onderdelen worden gescheiden. Na depollutie kunnen wisselstukken worden gedemonteerd om ze te kunnen hergebruiken als tweedehandsonderdelen. Een integrale demontage is enkel aangewezen indien er economische afzetmarkten bestaan voor alle onderdelen.

Van de 158.780 ton afgedankte voertuigen die in erkende centra in ontvangst werden genomen, werd er meer dan 25.000 ton aan materialen en onderdelen verkocht voor hergebruik of afgevoerd voor verdere toepassing (Febelauto, 2013) (Tabel 2).

Tabel 2. Massa van materialen met een nuttige toepassing, verkregen na de voorbehandeling (depollutie en ontmanteling) (Febelauto, 2013).

Nuttig toegepaste materialen

Totaal (kg)

Airco vloeistof

2.384

Banden

5.220.946

Batterijen

1.690.100

Benzine

469.977

Dieselolie

446.014

Explosieve onderdelen

1.332

Ferrometalen

3.982.420

Filters

31.923

Glas

19.408

Hydraulische olie

10.924

Katalysatoren

227.136

Koelvloeistof

249.157

Kunststoffen

37.885

LPG-tanks

21.254

Mengsel brandstoffen

4.400

Motor-versnellingsbakolie

614.700

Non-ferrometalen

1.048.601

Oliewaterslib

245.450

Onderdelen

11.214.368

Remvloeistof

20.416

Ruitensproeivloeistof

82.835

Tank- en vatenreiniging

4.030

 

3.3. Verwerking

Na de voorbehandeling bestaande uit depollutie en eventuele demontage van herbruikbare onderdelen moet het erkende centrum elk afgedankt voertuig zowel administratief als fysiek vernietigen. Administratieve vernietiging bestaat uit de vernietiging van de boorddocumenten, een berichtgeving aan de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV) en de opmaak van een certificaat van vernietiging bestemd voor de laatste houder van het voertuig. Fysieke vernietiging is het indrukken van het dak, de voor- en achterkant, het volledig pletten of het rechtstreeks vermalen in een shredderinstallatie. Na behandeling door een erkend centrum is enkel nog een eventuele verdere verwerking van het gedepollueerde, gedemonteerde en vernietigde afgedankte voertuig door een vergunde schroothandel of shredderinstallatie mogelijk.

Erkende centra die zelf over een shredderinstallatie beschikken, kunnen na het depollueren en ontmantelen meteen overgaan tot het vermalen. Andere centra moeten de afgedankte voertuigen naar een shredder transporteren.

Om het afgedankt voertuig te recycleren, wordt het vermalen in een shredder. De rotor van deze machine is uitgerust met een reeks hamers die aan een snelheid van ongeveer 600 omwentelingen per minuut draaien. Zo wordt het afgedankt voertuig vermalen tot brokstukken van een vuist groot. Een afzuigsysteem zorgt ervoor dat metalen en niet-metalen, zoals stofdeeltjes of kunststof, van elkaar gescheiden worden. De shredder zondert alle ferrometalen af in een grote magnetische trommel. In de meeste shredderinstallaties wordt het non-ferromengsel behandeld in een lineaire motor met permanente inductie. Dat levert een non-ferromengsel op met een zuiverheid van 95%.

Het non-ferromengsel wordt nadien behandeld in flotatie-installaties. Deze machines scheiden de verschillende non-ferrometalen weer van elkaar zodat elk metaal apart terug als grondstof kan ingezet worden. Dat gebeurt op basis van uiteenlopende materiaaleigenschappen zoals dichtheid, korrelgrootte, magnetisme, elektrische geleidbaarheid of optische kenmerken. Dankzij deze post-shreddertechnologie worden onder meer koper, zink, lood en roestvrij staal herwonnen. Maar ook de kunststoffen, de vezelfractie en het glas worden teruggewonnen via de post-shreddertechnieken.

Een animatie van een shredderinstallatie (BIR): http://www.febelauto.be/video/eolv2000nl.swf

3.4. Recyclage

Na de verwerking van de afgedankte voertuigen kunnen verschillende materialen gerecycleerd worden. Zo krijgt een groot deel van het afgedankte voertuig een tweede leven. Geavanceerde post-shreddertechnologie maakt het in België mogelijk om verschillende metalen zoals koper, zink, lood of roestvrij staal maar ook kunststoffen terug naar de industrie te sturen. Sommige stoffen kunnen niet gerecycleerd worden en worden verbrand met energierecuperatie. Een beperkte hoeveelheid materiaal – waaronder de asresten van de verbranding – worden gestort. Vanuit de Europese richtlijn en de milieubeleidsovereenkomst wordt er opgelegd dat minimum 85% van het gewicht van afgedankte voertuigen moet worden hergebruikt of nuttig worden toegepast, waarvan maximum 5% via energetische valorisatie (vanaf 2015 wordt dit 95%). In 2012 werd reeds 93% hergebruikt of nuttig toegepast (4% energetische valorisatie) (Tabel 2).

Tabel 3. Toepassingen van afgedankte voertuigen in 2012 (Febelauto, 2013).

Hergebruik

13%

Recyclage

76%

Energetische valorisatie

4%

Nuttige toepassing

93%

Verbranding

0%

Storten

7%

Totaal

100%